Poëzie

Pim te Bokkel (1983) is een van onze jongste dichters. Aanstormend misschien niet, daarvoor is-ie te filosofisch, maar met een nominatie voor de Buddingh’-prijs voor zijn debuutbundel Wie trekt de regen aan doet hij mee.

In De dingen de dingen de dans en de dingen stort hij zich op een van de materialistische credo’s van Pessoa, in zijn hoedanigheid van Alberto Caeiro: ‘Alles is omschreven, alles is omlijnd, alles is dingen.’

In die geest bedicht Te Bokkel zaken als een fruitschaal met vliegje, een spinnenweb, een wasknijper, een reiger op een paal, een vrieskist, een tandenborstel. Aan het arsenaal onderwerpen zie je al dat het niet louter stoffelijke zaken betreft, ook mensen en dieren kunnen dingen zijn.

Te Bokkels gedichten, tamelijk minimalistisch van toon, lijken soms op stillevens met een snufje strekking:

Pit

Binnen

in het hersenhout

verwacht de kleine boom

zijn nectarines aangeraakt

door de jaren ver-

tellende zon

Te Bokkel doet zijn best de door hem bedichte...