Heldere gedichten

Aanvankelijk, in de jaren zestig en zeventig, was Stefaan van den Bremt een gedreven dichter met een politieke agenda. Daarna ging hij meer de kant op van klankpoëzie en in zijn tegenwoordige gedichten is hij vooral realist en goede kijker. Kennelijk biedt zelfs Vlaanderen niet genoeg aanleiding meer tot verontwaardiging en opwinding.

Zijn nieuwe bundel Voegwerk eindigt met een dertigtal kwatrijnen bij (niet afgebeelde) schilderijtjes van diverse vogels, sympathiek maar een beetje nietszeggend, alsof de bundel een bepaalde dikte moest krijgen. Nee, ik houd meer van Van den Bremts mensenwerk. Zeker, hier en daar wordt nostalgisch teruggeblikt op de roerige dagen van 1968 en 1969 of op de Cubaanse revolutie, maar in hoofdzaak is de blik toch gericht op de eigen omgeving, mensen en geschiedenissen die hij om zich heen aantreft. In het gedicht ‘Van linden en kleine luiden’ zijn dat de bezoekers van een park, dat aardse paradijsje. Hij zoekt, maar niet al te...