We hadden elkaar één keer in levenden lijve ontmoet, na lang aandringen van Anils kant. Hij stuurde me twee keer hetzelfde boek, van hemzelf, en ik reageerde niet. De zonde van de acedia, de gemakzucht, de luiheid, die hij zo in het geheel niet kende. Gebelgde stem aan de telefoon: het was uiterst belangrijk dat wij elkaar zagen, hij had al mijn stukken uit De Groene Amsterdammer gelezen en begreep ze, begreep ik, veel beter dan ikzelf.
Anil heeft me tot in de details bijgespijkerd, hij heeft heel Nederland tot in de details bijgespijkerd