M. immigreerde en voelde zich erg eenzaam. Tot de KRO-NCRV op bezoek kwam.

M. (wil anoniem blijven) is een verlegen jongen van eind dertig, zes jaar geleden geïmmigreerd. Hij heeft het goed hier, maar hij is verlegen van aard en spreekt de taal nog niet goed. Dat maakt hem wel eenzaam, ja. Die eenzaamheid frustreert hem. Soms probeert hij in een winkel iets te kopen en dan wordt hij uitgelachen vanwege zijn rare accent. Maar ja, hij wordt toch ook een dagje ouder, dan gaat een taal leren minder makkelijk. Bovendien werkt hij ontzettend hard, elke ochtend om 6 uur uit de veren – dat moet je niet onderschatten, hoor. Het werk is wel leuk, vindt hij, al is het soms natuurlijk een beetje vies. Maar weinig mensen zouden het willen doen. Maar dat hoort er bij, en er moet toch brood op de plank. Heel breed heeft hij het niet. Soms stuurt hij wel cadeaus naar zijn familie, met kerst bijvoorbeeld, of een briefje van vijftig op de verjaardag van zijn nichtje. Hij heeft haar al jaren...