Pop

Hij moest en zou het worden, Richard D. James, de man die elektronische dansmuziek ook in andere, serieuzere kringen aanvaardbaar zou maken. In eerste instantie leek hij als geen ander geknipt voor die taak. Zijn muziek had tegelijk verbanden met die van David Bowie en die van Philip Glass, wat toch een mooie basis had kunnen vormen voor een huwelijk van intellectuelen uit verschillende kampen. Maar James (alias Aphex Twin alias AFX, en meer) bleek al snel ook een nogal volhardende muzikale treiterkop. Een verzameling geluiden, maar liefst twee lange cd’s vol, die nauwelijks te onderscheiden is van een koelkast die aanslaat. Tergend schurende geluidsexercities met een ondergrond van driftig ratelende drums. Of gewoon wat halfbakken, stuurloos experiment. Je ziet bijna de sardonische glimlach al op zijn gezicht, bij de gedachte dat hij de luisteraar wéér op het verkeerde been heeft gezet.

Die glimlach kennen de meeste mensen van de clips die beeldend kunstenaar Richard...