Requiem / A.F.Th. van der Heijden

Een hamerslag. Zo ervoer ik, direct na lezing, A.F.Th. van der Heijdens ‘requiemroman’ Tonio. Een hamerslag, omdat bij het omslaan van de laatste pagina de tijdens het lezen opgehoopte ontzetting geen tegenwicht meer vindt.

Op de achterflap wordt gesproken van een ‘zoektocht’ en ‘een radeloze queeste’ en die termen zijn heel letterlijk – dus nu eens niet zozeer als literaire toop – van toepassing.

Al in het begin van dit overweldigende verhaal, dit ‘ongeautoriseerde requiem’, valt het zinnetje: ‘Als het maar eenmaal op papier stond.’ Dat heeft betrekking op de wens van het ouderstel om hun pasgeboren zoon bij de burgerlijke stand in te schrijven als: Tonio Rotenstreich van der Heijden. Rotenstreich is de tot uitsterven gedoemde achternaam van Tonio’s moeder Mirjam en op deze manier, halfillegaal, alsof het om een tweede voornaam gaat, kan die naam behoed worden voor de vergetelheid. Dat is de gedachte, maar bij het loket waar aangifte gedaan moet...