Wytske Versteeg (1983) is een schrijver die zich senang voelt in onbehaaglijke situaties. Tot dusver waren dat situaties waarin (bij voorkeur met de mantel der liefde bedekt) ongemak dat mensen voelen, giftig opborrelt. In haar tweede roman Boy (2013), waarmee ze zichzelf als opmerkelijk literair talent op de kaart zette, ging het om de ‘acceptatie’ van een zwart geadopteerd jongetje in een groep blanke schoolkinderen, om goede bedoelingen die afschuwelijk uitpakken, om wraakzucht die uitdooft door onmacht.
In haar xxxxxx twee romans staan desintegrerende gezinnen nog xxxxxxxxx xxxxxxxxx xxx xx 2008 debuteerde xxx xxx non-fictionele studie over xxxxxxxxx benadert xx xx wezenlozen xxxxxx xx Boy xxx binnenuit xxxxxxxx xxx in xxxxxxxxx xxxx geraakt, dus zonder stereotiepe formuleringen en xxx die zielloze xxxxxxxxxxxx Dat doet ze in xxxxxxx proza met een onderhuidse xxxxxxxxx met xxxxxxxx weinig literaire middelen maar met xxxx vervoerende xxxxxx en passages. xx xxxxxxxx daarin xxx xxxxxxxxxxxxxxxxx te xxxxxxxxxxxx xxxx xxxx xxx xxxxxxxxx xx xxxxxxxxxx xxxx xxxx xxx xx xxxxx xxxxxxxx xx xxxxxxxxxx
Help ons de grenzen van de vrijheid bewaken.