Non-fictie / Jaap Scholten

Het was de tijd van sjetskonesko, alles was van iedereen. Vader werd Tovaras Comte, kameraad graaf genoemd.’ Een van de vele uitspraken die Jaap Scholten optekent in Kameraad Baron. Een reis door de verdwijnende wereld van de Transsylvaanse aristocratie. Zoals zijn nieuwe, tja, boek heet.

Ik kies bewust voor die te algemene aanduiding, want Scholten (Enschede, 1963) tipt in Kameraad Baron vele genres aan. Je zou het een autobiografisch geschrift kunnen noemen, want de onderzoeker die zich bedient van de ik-vorm is Scholten zelf en het onderwerp kwam op zijn pad nadat hij via zijn verbintenis met de schone Ilona ingetrouwd was in een Hongaarse adellijke familie. Dan is het ook een reisverhaal, want de hardnekkige onderzoeker tuft wat af in z’n automobiel, op barre Transsylvaanse wegen. Bovendien doet hij elders ook vele pleisterplaatsen aan, in wuft Boedapest en wuft Boekarest, daar waar de Hongaars-Transsylvaanse adel uithangt. Maar bovenal is het een...