Interview / Beatnik John Sinclair

De donkere haardos die op het omslag van zijn in gevangenschap getypte manifest Guitar Army (1972) nog weelderig tot de schouders krulde, is uitgedund tot een vlassig wit plukje op een kale schedel. Voor het overige is hij geen spat veranderd, verzekert de Amerikaanse beatnik, beroepsrebel, dichter, schrijver, performer en radiomaker John Sinclair (68) in zijn huidige woonplaats Amsterdam.

Sinds meer dan veertig jaar geniet Sinclair een internationale reputatie als ongekroonde koning van de underground. De bovenwereld boeit hem aanzienlijk minder. ‘Ik ben geïnteresseerd in blues, jazz, you name it,’ somt hij op, ‘maar aan populair amusement heb ik een gloeiende hekel. Mijn passie voor muziek begon ooit met bewondering voor zwarte artiesten als Chuck Berry, Ray Charles en Little Richard. Later kwamen daar Charlie Parker en John Coltrane bij. Hiphop en house zijn me te commercieel. Rap vind ik interessanter, mits het niet rijmt. Ik kijk geen...