Sport

Het kan allemaal ten goede keren, zelfs bij Ajax. Absoluut – ook na een week waarin van Auxerre en ADO Den Haag is verloren, van clubs dus waarvan normaal gesproken simpel was gewonnen. Als ik voetbaltherapeut was, zou ik vier enorme, fluorescerende cijfers in het spelershome hangen. Het glinsterende ‘1991’ zou de Ajax-spelers die er niet meer in geloven enig historisch besef kunnen bijbrengen. We spelen niet goed, gaat het door die koppies heen, en dat klopt ook wel, maar dat was in 1991 precies zo. Net als nu werd er stroef gecombineerd, zonder zelfvertrouwen. Bij doelkansen werd de bal als het even kon snel weer afgespeeld, want niemand durfde te schieten, bang om te missen. Faalangst in een ouderwets stadionnetje, daar kwam het op neer.

Na het zien van een wedstrijd van Ajax – voor zover dat kon vanachter hekken met punten en prikkeldraad – toog ik hoofdschuddend huiswaarts. Met die club kon het onmogelijk nog iets worden. Te veel verhalen over naderende FIOD-boetes. Te...