De eerste keer dat ik Jan Peter Balke­nende sprak was hij net kamerlid geworden, najaar 1998. Ik had hem al wel een paar weken als ‘embedded verslaggever’ in de CDA-fractievergaderingen mogen gadeslaan. Telkens als hij het woord kreeg, zag je Jaap de Hoop Scheffer instemmend knikken en stralen: wat was die Jan Peter toch een slimmerd! Nu praatten we in het restaurant van de Tweede Kamer ruim een uur over zijn beweegredenen om de politiek in te gaan, zijn inzichten, zijn portefeuille (financiën) en even over zijn gezin. Die avond realiseerde ik me dat ik uiteindelijk alleen had onthouden dat hij een vrouw en een lief klein dochtertje had.

Toen dacht ik nog dat het aan mij lag. Maar al snel merkte ik dat ik niet de enige was die, tegenover hem gezeten, het spoor bijster raakte. Nadien zagen wij elkaar nog zeer geregeld en ik garandeer u: aan de emoties van Jan Peter Balkenende mankeert niets. Hij kan uitstekend vertellen waarom hij kwaad op je is, je zelfs officieel...