Mijd de kortste weg!

Midas Dekkers’ passie voor al te beestachtige wezens behelst meer dan een rondje ‘épater le bourgeois’.

De grauwe kustgors, de streptokok, de bejaarde, de teddybeer, het lijk, de kloon, de geluksvogel, de eikel, de vale gier, de columnist: bien étonnés de se trouver ensemble. Maar het zijn allemaal beesten, volgens de literaire bioloog Midas Dekkers (1946). Zijn radiocolumns voor het programma Vroege Vogels bundelde hij op volgorde van schrijven in twee gebonden delen, Alle beesten I en Alle beesten II, een lijvige cassette waarmee je probleemloos een zittend muisje kunt pletten.

In 1980, toen hij met die praatjes begon, had je volgens hem een miljoen als zodanig aangemerkte dieren. Toen hij ophield in 2007: zo’n dertig miljoen. Hij had zich dus kunnen beperken tot bestaande beesten, zoals de poliep en de mossel, maar Dekkers ruimt ook een plaatsje in voor ‘diersoorten’ als ‘de liefhebber’, ‘de neger’, ‘de vrouw’. Hij bezit dan ook een rekkelijke...