Hoe het nieuwe eigen biermerk van Albert Heijn me met mezelf confronteert: een kind dat de spinazie wél eet als iemand doet alsof de lepel een vliegtuigje is.

Er gaat veel mis in Nederland, maar zolang het aanbod van speciaalbier in de supermarkt gestaag blijft uitbreiden, geloof ik dat het uiteindelijk allemaal wel goed komt. Het bierschap in de gemiddelde Albert Heijn is inmiddels bijna langer dan het wijnschap, vol flesjes met kleurrijke etiketjes met dromerige eilandscènes, gestippelde olifantjes die drijven op een kalme rivier of wulpse pin-ups met de houdbaarheidsdatum op hun billen getatoeëerd.  Ook gevestigde biermerken als Palm en Bavaria doen mee en proberen elkaar af te troeven met stemmige pastelkleuren en retro 3D-letters. Elk afzonderlijk flesje bier is een klein kunstwerkje en ik krijg er maar geen genoeg van.

‘Hé gezellig, weer een nieuw speciaalbiertje!’ dacht ik daarom, toen ik een stapel blauw-witte blikjes zag staan in het bierschap. ‘Brouwers’...