Sport

Voor veel leidinggevenden bij Ajax geldt deze wet: de eerste maanden na zijn benoeming wil de gemiddelde fan dolgraag met hem ruilen; daarna voor geen goud meer. Danny Blind is zo iemand. Slechts weinigen denken bij het horen van zijn naam nog aan de avontuurlijke centrumverdediger die zijn club in 1995 naar de wereldbeker schoot. Of aan de man die tien jaar later een onthaal kreeg als ‘echte Ajacied’ en daarom hoofdtrainer mocht worden. Veel eerder zien ze een bleke figuur die met alle winden meewaait en die nu zelfs zijn status als assistent-trainer kan verliezen. Siberië dreigt, ondanks de tweeënveertig interlands achter zijn naam, de overwinning van de Europa Cup II (1987), Uefa Cup (1992), Champions League (1995) en nog een serie nationale hoofdprijzen.

Dat de fan denkt: blij dat ik hem niet ben.

In de huidige strijd tussen de clubleiding en gideonsbende rond Cruijff zal het ego van Blind vast nog verder zijn gekrompen. Onderdeel van het technisch ‘advies’ van Cruijff...