‘Eh’ sterft uit. Langzaam, maar gestaag. Voorzichtig, tussen de regels door, vecht ‘ehm’ ‘eh’ de ring uit. Moeten we rouwen om een verloren tussenwerpsel?

Met scrabble heb je er niets aan, aan ‘eh’ en ‘ehm’. Weinig letters, lullige klanken en volgens de taalencyclopedie niet eens een woord. Slechts een tussenwerpsel. Maar zodra je je best doet ze weg te laten, treedt er een error op in je spreekvaardigheid. Je stamelt en rekt woorden onnodig uit. De stiltes voelen onwennig. Je gesprekspartner schuifelt ongemakkelijk van links naar rechts. ‘Eh…’

Ze zijn broodnodig, onze tussenwerpsels. Het laatste nieuws jaagt ons dan ook de stuipen op het lijf: er dreigt er eentje te verdwijnen: de ‘eh’, langzaam maar gestaag. Oudere mensen kunnen er nog mee uit de voeten, maar jongeren (en vooral vrouwen) kiezen steeds vaker voor ‘ehm’. ‘En zij leiden de revolutie’, zegt taalwetenschapper Martijn Wieling. ‘Ehm zit eh op de hielen.’

Wieling, taalkunde-onderzoeker aan...