02-08-2008
Door Jackie Kay
Vertaling Rien Verhoef

‘Wat wij niet allemaal te zien krijgen,’ zegt Drummer tegen me als we even pauzeren. ‘Toch-hè? Het lijkt wel of we doorlopend worden ingewijd in vreemde toestanden.’ ‘Zagen jullie dat rare knulletje,’ zegt Fluit, ‘dat rondloopt alsof hij net van een andere planeet gekomen is? Hij maakte een verloren indruk.’ ‘Niemand let op,’ zeg ik. Ik voel me opeens somber, ongerust, alsof er iets vervelends gaat gebeuren. Misschien is dit wel verliefdheid, een naar gevoel van binnen, iets monsterlijks dat stampt en slingert.

Ik ga een luchtje scheppen, zeg ik tegen mijn orkest en ga op weg naar die ommuurde tuin waar ik kennis heb gemaakt met Bloes, en dit lijkt alweer een eeuw geleden. Dat meisje lijkt wel een bekende vreemde, of een vreemde bekende. Hinxted Hall is een kanjer van een landhuis, een imposant, naargeestig ogend bouwwerk, ééuwen geleden gebouwd met torentjes en vleugels en honderden kamers. Telkens als ik...