26-07-2008
Door A.M. Homes
Vertaling Rien Verhoef

Ik schrok wakker alsof er een schot was afgevuurd of op een trompet was geblazen en ik in de houding sprong. Ik werd wakker op een stapel jassen op een bank in een kamer vol spullen die mensen hadden meegebracht voor het geval dat – jassen, paraplu’s, gemakkelijke schoenen, reserve­kleren, truien en jacks – want je weet maar nooit wat het weer en de mensen gaan doen.

Ik werd wakker en luisterde, maar er was niets te horen. Had ik de plechtigheid gemist? – daar zag het beslist naar uit. En hoe kwam ik hier, wie had mijn achtjarige lichaam de trap op gedragen en me onder deze lange zwartleren regenjas ingestopt? Toen ik rechtop ging zitten, gleed er een reeks polaroids op de grond; foto’s van mij in mijn slaap, met zwarte viltstift genummerd 1, 2, 3. #1 Ik, zoals ik slapend in de bosjes was gevonden, met verwarde haren en naast me een leeg glas, terwijl mijn trol uit mijn hand was gevallen. #2 Ik, in deze kamer onder die...