29-11-2008
Door Jeannette Winterson
Vertaling: Rien Verhoef

Daar ben ik dan, Jack op zoek naar een bonenstaak, Mercury is de naam, een gevleugelde Mercurius in een gehuurde helikopter die landt op het puntje van het leven.

Helikopter of niet, ik ken het leven van zijn randen. Ik sta buiten beeld, beweeg me aan de rand van het kader. Ik ben de man die het ziet en kiekt, maar daarmee sta ik er ook buiten. Het geeft een gevoel van macht tot iedereen naar huis is, totdat het licht uitgaat, en dan ben ik weer alleen met een ruim overzicht van het leven van anderen. En waar is dat van mij?

Bloes zei tegen me: ‘Waarom neem je foto’s van ons?’ En ik antwoordde: ‘Dat komt door die jongen, die doet me aan mezelf denken. Hij is iets of iemand kwijtgeraakt en weet daar geen naam voor, maar hij voelt het wel.’

‘De tijd is met hem,’ antwoordde ze, en ging met haar vinger langs de ringen van een gespleten boomstam. ‘En trouwens, hij heeft het gevonden – kijk maar!’

Ik keek. Ik...