16-08-2008
Door A.M. Homes
Vertaling Rien Verhoef

Weer word ik wakker alsof ik niet zozeer sliep maar ergens in de hoogte hing, zwevend tussen slapen en waken, tussen wel en niet weten, en nu naar beneden kom, grond onder mijn voeten krijg. Ik land als in een droom waarin ik meevlieg met De Saint-Exupéry, ik als copiloot, zijn gewezen prins. Met de vertrouwde trol in de hand – alle ogen scherp, trollenglans-groen, glimmend in de driekwart maan. Ik houd zijn gedaante omhoog: ziener, overgangsvoorwerp, dubbelganger du jour. Het bos zindert van geluid, wrijvende vleugels, sissende adem, geklik, gezang, ik voel de zwiepende staart van een vos die op jacht is. De maan is bijna vol, de sterren stralen en als een kunstig versiersel, een monter blinkende twinkeling aan de hemel, glijdt een spionagesatelliet voorbij. Ginds op de heuvel fonkelt het dreunende Hinxted Hall, op een volume dat is opgepompt door alcohol en de gestrande ceremonie – waarmee de term housemuziek een nieuwe...