07-06-2008
Door Jeanette Winterson
Vertaling: Rien Verhoef

Het begon zoals alle belangrijke dingen – bij toeval.

We hadden afgesproken met ons vieren naar een trouwerij te gaan. De afspraak was gepland, de trouwerij was gepland. Het weer was niet gepland, maar misschien wel te voorspellen – we zijn hier tenslotte in Engeland.

Good old Engeland in mei: koekoek, sleutelbloemen, een waterig opkomend zonnetje in de dichte dauw, alsof de aarde nog maar net gemaakt en dus nog vochtig is.

De bruiloft was buiten de stad. Groot huis. Chic gezelschap. We verheugden ons op een vroege Midzomernachtsdroom met een ketting van klokjes en feeën en liefde om de aarde geknoopt. Het leven in liefde gewikkeld. Het leven veilig opgeborgen in een gelofte – I do.

Wat een actíéf werkwoord…

Ik had het half en half wel zelf willen zijn – in het wit, verliefd, verzekerd tegen de toekomst. Met iemand om de mijne te noemen, al weet ik wel dat je niemand kunt bezitten, maar ik ben een beetje een zwerfhond...