In de Volkskrant pleiten ouders en BN’ers voor een Down-vriendelijke samenleving, en vragen ze de NIP-test niet standaard aan te bieden. Maar waarom zegt het betaalbaar maken van een keuze iets over het bestaansrecht van hun kinderen, vraagt Aafke Romeijn.

Vanochtend stond er een brief in de Volkskrant, getekend door een aantal BN’ers en een aantal ouders van kinderen met het syndroom van Down. De opstellers zijn bang dat het standaard aanbieden van de NIP-test – die test op een aantal ernstige genetische afwijkingen, waaronder Down – zorgt voor een samenleving waarin mensen met Down niet langer welkom zijn. Het worden ‘mensen die er niet hadden hoeven zijn’, zo wordt er gesteld, terwijl deze groep ‘het leven juist zoveel kleur geeft.’

Laat me eerst een paar nuances aanbrengen. De NIP-test wordt nu al aangeboden, wanneer uit de combinatietest blijkt dat je een verhoogde kans op een kind met een afwijking hebt. De combinatietest en NIP-test vinden vroeg in de zwangerschap...