Binnenland

Deze zomer hadden collega Thijs Broer en ik een interview met de net aangetreden VVD-leider Mark Rutte. De omgeving was pittoresk (de tuin van het Gemeentemuseum in Den Haag), de koffie smaakte en Rutte en ik bleken van het zelfde merk sigaren te houden. Wat me spontaan voor hem innam.

Het gesprek ging over zinnige onderwerpen. Rutte stoorde zich aan het knorrige karakter dat de Nederlander in het post-Fortuyn-tijdperk had aangenomen. We moesten eens ophouden met somberen! Rutte hield van optimisme en niet van geklaag en gekanker.

Grappig vond ik zijn uitval naar de managers die de professionals in het onderwijs en de gezondheidszorg het leven zuur maakten (‘Mijn zus is wijkverpleegster geweest. Vroeger runde ze met vijf collega’s en een hoofdverpleegster haar eigen wijkje. In het laatste jaar dat ze werkte, was ze de helft van haar tijd kwijt aan verantwoording afleggen voor wat ze de andere helft van de tijd deed. Er zaten drie lagen van grijze pakken tussen die...