Reportage / Inburgeringscursus in Damascus

Het lokaaltje in de Syrische hoofdstad Da­mas­cus zit stampvol met zo’n vijftig Irakezen. Voornamelijk families – vader, moeder en een paar kinderen. Sommigen zijn christelijke Irakezen (kettinkje met kruisje om de nek), anderen sjiieten of soennieten. Drie vrouwen dragen een hoofddoek. De leeftijd varieert van tien tot bijna zeventig jaar. Een paar spreken er Engels, de meesten alleen Arabisch. Een jongen vertoont duidelijke sporen van de oorlog: hij heeft een kogelgat naast zijn oor en uit zijn linkerbeen steken stukken metaal. Geen van deze Iraakse vluchtelingen is ooit in Nederland geweest. Som­mi­gen hebben er wel familie wonen. Ne­der­land is, op zijn best: Amsterdam, tulpen en land onder de zeespiegel. Aan de muren hangen foto’s van molens, een landkaart van Ne­der­land en – natuurlijk – een foto van de Keu­kenhof, met zeeën van rode en gele tulpen.

Voor de klas, naast een schoolbord, staat de vijfendertigjarige...