26-12-2008
Door Robert van de Griend

In alle commotie over hoe de media en de commercie vrouwen dwingen aan een onhaalbaar schoonheidsideaal te voldoen, zou je bijna vergeten wat mannen tot voor kort allemaal werd aangedaan. Toen de damesbladen halverwege de jaren negentig types als David Beckham tot stijlicoon verhieven, moest elke volwassen kerel opeens ‘metroseksueel’ worden, wilde hij nog bij het andere geslacht in de smaak vallen. Hij moest naar de zonnestudio, naar spin­les, en naar de drogist voor gezichtsverzorgende producten. Hij moest kunnen luisteren (en vooral niet meteen met oplossingen komen), kunnen knuffelen (ook met zijn mannelijke vrienden, want hij was toch niet homofoob?), kunnen huilen (ook om romantische komedies met Hugh Grant en tv-series als Grey’s Anatomy), en hij moest zijn geliefde ‘mijn maatje’ noemen (‘Weet je wat ik het allerleukste aan haar vind? Dat ze echt mijn máátje is.’) En dan moest hij ook nog zijn schaamhaar trimmen, en...