Buitenland

Het bevriezen van Nederlandse hulp aan Suriname bewijst dat de bilaterale gevoelstemperatuur tot beneden het nulpunt is gedaald. Niet dat Winston Lackin, de Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken, daar wakker van ligt. De sanctie onderbouwt zijn stelling dat het vroegere moederland betuttelend met de vinger blijft zwaaien. ‘We staan niet te springen om dat geld,’ verklaarde de bewindsman tegenover dagblad Starnieuws. ‘Het geld stelde niks voor. Zodra er iets gebeurt, dreigt Nederland steeds met het stopzetten van ontwikkelingshulp.’

De bijna twintig miljoen euro waar de voormalige kolonie nog recht op heeft, is het restant van de 1,6 miljard euro die Suriname bij de onafhankelijkheid in 1975 kreeg toebedeeld. Nederland kan niet onder dat contract uit, maar draait vanwege de amnestiewet nu voor de vierde keer de geldkraan dicht. Eerder gebeurde dat tussen 1982 en 1988 (na de Decembermoorden), in 1990 (na de zogeheten Telefooncoup) en in 1997 (toen Suriname zich...