Heel lang geleden is het niet dat Wopke Hoekstra binnen het CDA gold als de grote belofte en misschien zelfs wel de toekomstige premier van Nederland. Toen hij in 2017 aantrad als minister van Financiën in het derde kabinet-Rutte gonsde het binnen de partij: Wopke zou de ideale kandidaat zijn om de onverslaanbare Mark Rutte het nakijken te geven.

De jonge minister leek alles mee te hebben: als student was hij preses van het Leids studentencorps, hij volbracht de prestigieuze business-opleiding INSEAD in Fontainebleau, werkte voor Shell en schopte het al op zijn 36ste tot partner bij het internationale adviesbureau McKinsey. Opgewonden partijgenoten noemden hem in de wandelgangen alvast ‘de nieuwe Ruud Lubbers’, naar de telg uit de Rotterdamse ondernemersfamilie die het CDA in de jaren tachtig naar de na de andere verkiezingsoverwinning leidde, met op het glorieuze hoogtepunt 54 zetels in de Tweede Kamer.

gedroomde kroonprins

Toen ik Hoekstra in 2019 drie maanden volgde voor