Toen Lilianne Ploumen van de week onverwacht haar vertrek als PvdA-leider en Kamerlid bekend maakte, moest ik meteen denken aan haar kritiek op toenmalig partijleider Job Cohen in oktober 2011. Als scheidend partijvoorzitter verklaarde ze in de Volkskrant dat Cohen zich veel meer zou moeten manifesteren in de partij, meer het land in zou moeten en meer zou moeten doen aan linkse samenwerking. ‘Er zit veel meer in de partij dan hij er nu uithaalt. Hij moet daarin veel zichtbaarder aanwezig zijn en er een veel prominentere rol in spelen’.

In de pers werd de kritiek opgevat als een dolkstoot, een typisch PvdA-verschijnsel. Ploumen, die tot dan toe vooral bekend stond als loyale bondgenoot van eerst Wouter Bos en toen Job Cohen, bewees in ieder geval in één klap hoe hard ze kon opereren. Nog geen vier maanden later maakte de wankelende partijleider zijn vertrek bekend, gevolgd door een emotionele toelichting in het stampvolle souterrain van het partijbureau aan de Amsterdamse...