Het werd niets met het schrijven als hij zich de scène die hij op papier moest krijgen niet in zijn verbeelding voor zich kon zien, schreef Gustave Flaubert, de schrijver van Madame Bovary. Hij moest voor zich zien hoe Emma en haar minnaar paardreden tijdens de eerste verleidingsscène en hoe ze de geur van de vergeelde bladeren in het bos opsnoven. Dus maakte Flaubert zelf die paardenrit. Hij zag het nu goed voor zich. Hij was eenvoudig voor de duur van de rit de minnaar én de minnares, schreef hij onmiddellijk daarna aan zijn vriendin Louise Colet.

Je zou niet denken dat de vertaler van Madame Bovary op zijn beurt de wens koestert om Flaubert te zijn op het moment van het schrijven van die verleidingsscène. Toch is dat waar Hans van Pinxteren op uit was toen hij Madame Bovary en daarna Salammbo en De leerschool der liefde van Flaubert vertaalde. Bij het vertalen van een heftige scène in Salammbo, waarin sprake is van de misselijk makende geur van mensenoffers, stelde hij zich...