‘Gods troon is nog ongeschokt’, schrijft Nescio aan het einde van zijn novelle Titaantjes (1914), maar ‘nieuwe Titaantjes zijn al weer bezig kleine rotsblokjes op te stapelen om ’m van z’n verhevenheid te storten en dan de wereld eens naar hun zin in te richten.’
Literaire kroniek
Titaantjes zijn elke generatie anders, maar altijd onder ons

Titaantjes zijn elke generatie anders, maar er zijn tijdloze trekjes in ze te herkennen. Zoals bij de Titaantjes in Wat wij zagen van Hanna Bervoets.