‘O god, moet ik nu altijd over mijn ziekteverleden blijven praten?’ Auteur, dichteres en cultuurwetenschapster Nadia de Vries (1991) worstelde met deze vraag nadat ze in 2019 Kleinzeer had uitgebracht, een rauw autobiografisch essay over haar leven dat werd gedomineerd door lichamelijke en daarna psychische ziekte. Haar romandebuut De bakvis (2022) voelde wat dat betreft als een bevrijding, al gaat ook dat boek over psychische ziekte. De hoofdpersoon, een verwarde dertiger genaamd Distel Nooitgedacht, verloor als dertienjarige haar vader en kampt nu met complexe rouw en wanen. Ze doet er daarom alles aan om terug te veranderen in het zorgeloze tienermeisje dat ze ooit was, en heeft weinig notie van de slachtoffers die ze onderweg maakt.

De bakvis is, anders dan Kleinzeer, fictie. Er ging veel onderzoek aan vooraf en De Vries focuste dit keer vooral op andermans ervaringen met psychische ziekte, onder meer die van haar moeder, die net als Distel op jonge leeftijd een ouder...