Dit essay is het derde deel* van een serie over slaap. En het gebrek daaraan, want onze nachtrust ondergaat een stille erosie. Daarom onderzoek ik wat ons wakker houdt, en wat dat met ons doet. Wat is slaap eigenlijk? Welke plaats heeft de droom nog in ons leven, en waarom hangt slaap zo sterk met stemming samen? En hoe zou een slaapvriendelijke samenleving eruitzien?

*Lees ook deel 1, Hoe slapen een prestatie werd, en deel 2, Goed slapen is een kwestie van geld.

Ik logeer bij een vriendin. ’s Avonds wensen we elkaar welterusten met de gelatenheid van twee collega’s die een lange werkdag tegemoet gaan. Het duurt eindeloos voordat ze dieper ademt. Als ik later in de nacht moet plassen, neem ik me voor om heel voorzichtig onder de deken uit te schuiven en voetje voor voetje over de plankenvloer te navigeren, want ze slaapt, dat is zeker – maar zodra ik een hand optil, schiet haar hoofd omhoog van het kussen. ‘Ça va? Heb je al wat kunnen slapen?’ Nee, zij niet, ze lag...