Tot voor kort had ik tijdens het wandelen een bepaalde gewoonte. Terwijl ik liep, speurde ik met mijn ogen naar plekken waar geen enkel teken van de moderne tijd te zien was: geen bordjes, paaltjes, hekjes en bankjes, geen mensen met felgekleurde windjacks, geen aangelegde paden en door de boswachter gemerkte bomen, geen bunkers en uitkijktorens en al helemaal geen hoogspanningsdraden, vliegtuigstrepen en slingerende blikjes energiedrank.

Als ik er dan in was geslaagd om met mijn blik de huidige maatschappij uit te kaderen, even afgezien van hoe de natuur in de loop der eeuwen is veranderd, stelde ik me voor hoe er ver terug in de tijd een andere wandelaar op mijn plek stond. Iemand die er net als ik op uit was gegaan om de benen te strekken, de geuren op te snuiven, een beetje te mijmeren tussen de vogels en het hoofd leeg te maken. Een middeleeuws plattelandsmeisje met een ezel misschien, of een recalcitrante edelvrouw in mannenkleren.

Rebecca Solnit (1961) heeft deze...