Dit dagboekdeel is ook te beluisteren, met dank aan Blendle.

Op 6 juli hopen we per trein in Kyiv aan te komen, de hoofdstad van een land dat al ruim vier maanden lang een barbaarse aanval uit Rusland tegen zijn bestaan als onafhankelijk en vrij land in Europa weerstaat. Ik reis samen met mijn Oekraïense echtgenote Irina en zoon Jonas af om haar ouders en zijn grootouders terug te zien.

In de eerste dagen van de oorlog hebben we hemel en aarde bewogen om Izolde en Anatoli over te halen een veilig heenkomen bij ons thuis in Wassenaar te vinden. Een vluchtroute was voorbereid en Jonas en zijn halfzuster Julia waren al naar de Poolse grens met Oekraïne gereisd om hun grootouders in Lviv op te halen. Maar Izolde en Anatoli bleven stoïcijns onder onze smeekbeden. Ze zouden liever sterven in hun flat op de dertiende verdieping met panoramisch uitzicht op de brede en traag door Kyiv stromende Dnipro dan vluchten.

Ze daalden niet eens meer af naar de schuilkelder als het luchtalarm voor de zoveelste keer afging. Izolde is slecht ter been en op haar comfort gesteld. ‘Waarom daar het risico lopen dat ik doodga aan een covid-besmetting?’ reageerde zij laconiek. Zelfs toen Russische tanks rondreden in de uitgestrekte nieuwe woonwijken aan de overkant van de rivier en een raket insloeg vlakbij op de Lesja Oekrainkaboulevard, bleef Anatoli volhouden dat het allemaal wel meeviel en dat Kyiv niet zou vallen. Ik heb hem toen voor een domme en koppige oude man uitgemaakt en schaam mij daar nu voor.

De nieuwe tsaar in het Kremlin had gedacht dat zijn ‘speciale militaire operatie’ binnen drie dagen tot het gewenste resultaat zou leiden: de liquidatie van het ‘naziregime’ van president Zelensky. Maar de jonge, democratisch gekozen en Joodse president van Oekraïne liet zich niet verjagen en ging ook niet in op westerse raadgevingen Kyiv te verlaten voordat het te laat was. ‘Ik heb geen lift nodig. Geef ons wapens!’ waren zijn woorden die het Oekraïense leger en bevolking, inclusief mijn schoonouders, vleugels hebben gegeven.

De aanvallen op Kyiv werden heldhaftig afgeslagen en in de stad geldt inmiddels weer een quasi normaal leven. Maar nog elke dag herinnert Izolde ons in de familie-WhatsAppgroep meermaals met één enkel woord – sirena! – dat de oorlog nog niet voorbij is.

Even buiten Kyiv, in Boetsja en andere plaatsen ten noordwesten, heeft het Russische leger grote vernielingen aangericht en oorlogsmisdaden begaan. Onze datsja in het noordoosten aan de rivier – hemelsbreed zo’n twintig kilometer van het oorlogsgebied – is gespaard gebleven. Anatoli maait er alweer het gras terwijl er nauwelijks benzine te krijgen is.

de eerste ambassadeur in kyiv

Lees hier het eerste dagboek dat Robert Serry voor Vrij Nederland bijhield. In juli 1992 arriveerde hij als de allereerste Nederlandse ambassadeur in de hoofdstad van Oekraïne, dat toen een klein jaar onafhankelijk was van de Sovjet-Unie.

Strenge leermeester

Ik ben opgelucht dat Nederland het besluit op 23 juni van de Europese Raad om Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat van de Europese Unie te verlenen niet in de weg heeft gestaan. Mijn echtgenote Irina Shmatchenko was als tolk in Brussel aanwezig om de online toespraak van president Zelensky te helpen vertalen.

Wat mij betreft wordt de Europese Commissie een strenge leermeester om het land te helpen hervormen, zodat wetten werkelijk worden nageleefd en de endemische corruptie wordt beteugeld. Dat is ook in Oekraïens eigenbelang. Ik geloof dat het Europees perspectief het land na de oorlog de kans geeft als een feniks uit de as te herrijzen.

Hoe is het in godsnaam mogelijk dat deze twee Slavische volkeren met zo’n lange gemeenschappelijke geschiedenis elkaars gezworen vijanden zijn geworden?

Ook al reageerde Rusland zoals verwacht negatief op het besluit in Brussel, toch vermoed ik dat het eerste stukje is gelegd in de grote puzzel om deze oorlog te beëindigen. Als kandidaat-lid van de Europese Unie wordt het gemakkelijker voor Oekraïne om zo nodig afstand te doen van het NAVO-lidmaatschap en een neutrale status in Europa te aanvaarden in ruil voor veiligheidsgaranties. In de Oekraïense sociale media is met trots en bittere ondertoon opgemerkt: ‘De NAVO hoeft zich geen zorgen over Rusland te maken. Wij verdedigen jullie!’

Dagboek

Ik ga voor de tweede keer een dagboek voor Vrij Nederland schrijven. Toen ik op 24 juli 1992, nu vrijwel precies dertig jaar geleden, in Kyiv arriveerde als de eerste Nederlandse ambassadeur, hield ik een dagboek bij van mijn eerste maand in een groot, nieuw en onbekend land in Europa.

Ik denk nog steeds met weemoed terug aan die avontuurlijke pioniersperiode, toen de ambassade eerst werd gevestigd in Hotel Dnipro dat geheel voldeed aan de wetten van het socialistisch realisme. Ik noteerde toen: ‘Het tapijt en de gordijnen van onze twee “luxe suites” waren tot op de draad versleten, het wanstaltige meubilair kreunde van ouderdom en de twee telefoons weigerden regelmatig dienst (en werden wellicht nog steeds afgeluisterd).’

Er waren nog geen mobiele telefoons en bovendien werkte de door Buitenlandse Zaken meegegeven Satcom-telefoon niet in de twee noordelijk gelegen suites. Uiteindelijk vonden we aan de zuidkant van het hotel een zolderkamer waar de antenne wel werkte. Twee maanden later verhuisden we naar een prefab gebouw, door een Nederlands bedrijf in twee weken neergezet op een vacante plek in de Toergenjevskastraat. Een verbluffend staaltje Nederlandse voortvarendheid. Ik herinner me nog de verbaasde voorbijgangers die zich afvroegen of ze wel de juiste straat waren binnengewandeld. Nu staat aan het Kontraktovajaplein in de bedrijvige benedenstad achter de nagebouwde historische façade een moderne Nederlandse ambassade, een van de mooiste ter wereld. Als pionier werk je altijd voor je opvolgers, maar ik ben best wel een beetje trots dat op deze historische plaats Nederland zijn plek in Kyiv heeft gevonden.

Ik sloot toen mijn dagboek af met hetzelfde gevoel uit te spreken als de schrijver Konstantin Paustovski – hij groeide in Kyiv op – eerder had gedaan tijdens de Russische Revolutie: ‘…aan het begin te staan van een nieuw tijdperk, waarvan de definitieve verschijningsvorm nog niet vaststaat.’

In het besef dat over Oekraïne nog zo weinig bekend was en in de groeiende overtuiging dat de Oekraïense onafhankelijkheid voor de Europese vrede en veiligheid van groot belang kon zijn, ben ik mijn gedachten en belevenissen in Kyiv aan het papier blijven toevertrouwen. Deze verhalen, later gepubliceerd in Standplaats Kiev, nalezend valt op hoe naïef ik toen misschien wel ben geweest. Weliswaar besefte ik welke zware, dubbele loden last van het communistische en Russisch imperiale verleden deze jonge natie met zich meedroeg, maar toch verwachtte ik dat de relaties tussen de Russische Federatie en Oekraïne zich zouden kunnen ontwikkelen als die tussen de VS en Canada.

In mijn carrière als internationale crisisdiplomaat heb ik geleerd zoveel mogelijk lijnen open te houden tussen vijanden.

Hoe is het in godsnaam mogelijk dat deze twee Slavische volkeren met zo’n lange gemeenschappelijke geschiedenis elkaars gezworen vijanden zijn geworden?

Stille dialoog

Op 24 februari 2022 gebeurde er iets dat eigenlijk ondenkbaar was. De gevolgen van oorlog zouden immers desastreus zijn voor niet alleen Oekraïne, maar ook Rusland zelf. Daarover waren Oekraïense en Russische experts het roerend met elkaar eens in de laatste dagen voordat de oorlog toch uitbrak. Twee jaar lang had ik een stille dialoog tussen hen gemodereerd onder auspiciën van het Europese Instituut voor Vrede in Brussel. In mijn carrière als internationale crisisdiplomaat heb ik geleerd zoveel mogelijk lijnen open te houden tussen vijanden. Ik zie er naar uit de Oekraïense experts weer terug te zien.

Overigens, Poetin luisterde al lang niet meer naar zijn eigen experts, afkomstig van gerenommeerde instituten zoals de Russian International Affairs Council (RIAC) en het Primakov Instituut voor Internationale en Economische Betrekkingen (IMEMO). Deze hardvochtige man die vindt dat Oekraïne helemaal geen land is en alleen luistert naar een kleine kring van zogenaamde siloviki (hooggeplaatste veiligheidsfunctionarissen) is gevallen in de imperiale valkuil die hij zelf heeft gegraven. Intussen gaat het land gebukt onder het zwaarste westerse sanctiepakket ooit.

Sinds mijn ambassadeurschap is Oekraïne als een rode draad door mijn privéleven en loopbaan blijven lopen. Geen enkele oorlog is zo dichtbij gekomen als deze. Toen het ondenkbare toch gebeurde, heb ik voor mezelf de knop omgezet. Oekraïne werd aangevallen, en ik wilde niet langer alleen achter de schermen blijven werken. Ik besloot de media te woord te staan en me uit te spreken.

Ik heb lang geaarzeld naar Kyiv terug te keren. Ik had geen behoefte aan oorlogstoerisme en kon ik mij hier in Nederland niet nuttiger maken? Maar nu de oorlog nog lang niet voorbij lijkt, is de tijd aangebroken familie en vrienden in Kyiv een hart onder de riem te steken.

Met een loden hart vertrek ik nu naar Kyiv, en zal daar een oorlogsdagboek bijhouden. Toen ik in 1996 afscheid nam van Izolde en Anatoli, de ouders van Irina, mijn latere echtgenote, keek haar moeder mij vragend aan toen ik haar zei niet bepaald vooruit te kijken naar mijn terugkeer naar het ‘saaie Nederland’. Izolde riep uit: ‘Skoetsjno [saai, RS]? Hoe graag ik zou ruilen voor een beetje van jouw Hollandse saaiheid!’ Intussen is de Nederlandse politiek al lang niet meer zo saai, maar Oekraïners geven hun leven voor de vrijheid die voor ons zo vanzelfsprekend lijkt.