De Vlaamse essayist en columnist Bernard Dewulf (1960-2021) was ‘een sterke beer’. Althans, dat zei een vriend eens van hem. Daarvan keek Dewulf op: de zoveelste keer dat hem een fysieke en mentale eigenschap werd toegedicht die hij echt niet meende te hebben. Zelf was hij onlangs juist gaan roeien om iets van dat beerschap te gaan verwerven, als tegenwicht tegen het kleine verval dat inherent is aan het ouder worden. Dewulf herkende zich niet in die beer en schrijft daar in zijn posthuum verschenen boek Jaargetijden een column over die op een subtiele manier aan de vluchtigheid van een column voorbij gaat.

Het gaat daarin over hoe je jezelf ziet en hoe anderen je zien: ‘hoe lijken wij van binnen en wie schijnen wij van buiten.’ Hoe mensen elkaar met liefde verkeerd begrijpen. Je als iemand zien die je niet bent. Zich een heel andere voorstelling van je maken. Dat we elkaar, om het ironisch-pathetisch met Dewulf te zeggen, ‘nooit zullen bereiken’. Dewulf gaat naar de...