Opnieuw relevant, want

Zondag 8 augustus zit Sevdaliza aan tafel bij Janine Abbring bij Zomergasten. VN was in 2017 al fan, toen David Kleijwegt dit profiel schreef.

Op de dag dat Feyenoord voor het eerst in negentien jaar kampioen wordt, geeft een helemaal niet zo heel bekende Rotterdamse zangeres een uitverkocht concert in Amsterdam. Niemand in de zaal kan het ontgaan: hier stáát iemand. Sevdaliza is lang, maar vanavond lijkt ze wel een reus. Een reus met lang zwart haar. Haar strenge gelaatstrekken zijn als van een standbeeld. Ze heeft, mede door de prominente wenkbrauwen, wel iets van Frida Kahlo, maar dan oneindig veel sensueler. Ze straalt iets mysterieus uit, niet omdat ze koud en afstandelijk oogt, maar juist omdat je vermoedt dat achter die façade een rijke gevoelswereld schuilgaat. Dat wordt nog eens aangezet door de muziek, die drijft op voortdurend contrasterende emoties. Over een bedje van synthesizers, gevoelig aanzwellende violen en een rudimentaire beat zingt ze: ‘I could never make you love me.’ De zaal explodeert bijkans.

Het is het enige optreden in ons land van een tournee die Sevdaliza verder onder meer brengt in Berlijn, New York, Parijs, Tbilisi, Los Angeles, Toronto, Moskou en Londen. Niet slecht voor een artiest die hier nooit op de radio wordt gedraaid en maar matig past tussen de Kensingtons en Ronnie Flexen van deze wereld. Sevdaliza denkt groot. En dat werpt steeds meer zijn vruchten af. Verschillende van haar liedjes halen enkele miljoenen streams op Spotify. En ze heeft in alle belangrijke bladen gestaan, tot aan Billboard toe. De toonaangevende Amerikaanse website voor muziekliefhebbers, Pitchfork, noemde haar een provocateur with a sense of global mission. Voor haar eerder dit jaar verschenen debuutplaat ISON kreeg ze een 7.7 – zeer hoog voor deze website, en iets wat geen Nederlandse vakgenoot haar kan nazeggen. En terecht, zo blijkt uit alles van de performance van vanavond, van de sterk gearrangeerde muziek tot aan de krachtige choreografie, met Sevdaliza telkens in het midden van de aandacht. De hele avond spreekt ze geen woord Nederlands tot het publiek. Zelfs niet als ze zich richt tot haar moeder – het is ook nog eens Moederdag –, die ook aanwezig is. Vaak maakt zoiets een ronduit potsierlijke indruk, maar niet bij Sevdaliza. Ze ís een internationale artiest.

Sevdaliza. Foto: Zahra Reijs
Rotterdams accent

Een bijna ontnuchterende ervaring is het als ze een paar weken later een café in Kralingen komt binnenlopen en zichzelf met een glimlach voorstelt, waarbij ze een opvallende piercing in het gaatje tussen haar tanden onthult. Sevdaliza praat met een stevig Rotterdams accent en heeft in het echt niets van het afstandelijke en soms zelfs volstrekt onbenaderbare dat ze in haar oogverblindende videoclips tentoonspreidt. Ze is hartelijk en open. Casual gekleed, want ze wil zo nog sporten. ‘Lekker rond de Plas – hardlopen en opdrukken.’ Ze maakt vooral een nuchtere indruk, maar ISON is eerder bedwelmend. Het lijkt een warm bad waarin je lekker denkt te kunnen gaan zitten. Totdat steeds meer van de teksten tot je doordringen. Zoals: In your eyes / I’ve never been the truth / All you saw / was a broken mirror. Of: The autopsy report read / the insides were beautiful. Dit is dystopische popmuziek voor dystopische tijden. Muzikaal refereert ISON aan de triphop van Massive Attack en Portishead, maar de songs kunnen ook wedijveren met de eigentijdse alt-R&B van FKA Twigs en Kelela. In het muzikale landschap van Nederland is Sevdaliza een openbaring: alsof zij het is die ons eigenhandig de 21ste eeuw in heeft geslingerd.

Over de vraag waarom ze zo wordt opgepikt in het buitenland hoeft ze geen seconde na te denken. ‘Omdat ik het wilde.’ Er verschijnt een zweem van een glimlach op haar gezicht. ‘Ik heb een soort grootheidswaan, denk ik. Ach, ik twijfel elke dag, maar toch drijft iets me in die richting. Ik zie het zo: ik heb een enorm huis gebouwd. De palen in de grond gezet, het helemaal ontworpen hoe ik het wil hebben. Ik ben me langzaam aan het settelen, ik voeg er steeds van alles aan toe. Maar af en toe sta ik in het huis en komen de muren op me af. En denk ik: “Holy shit, wat heb ik neergezet, ik kan het helemaal niet aan.” Maar aan het eind van de dag denk ik toch: ik heb dat huis wel gebouwd, hè? So suck it up. Da’s ook wel weer Rotterdams of zo. Dat nuchtere. Het is toch een zegen dat het allemaal kon.’

Maar aan het eind van de dag denk ik toch: ik heb dat huis wel gebouwd, hè? So suck it up.

Een visie

Vijf jaar geleden was ze nog projectmanager bij het HipHopHuis in Rotterdam. En had ze nog nooit gezongen. Beheerste ze geen enkel instrument. Het begin was nog een valse start: een poging tot hiphop in het Nederlands, uitmondend in de EP Zwart Goud die ze in eigen beheer uitbracht. Het was geen match, Sevdaliza en de Nederhop, maar bij de presentatie van Zwart Goud stond tussen de genodigden wel producer Reynard Bargmann, die cruciaal zou worden voor haar ontwikkeling als artiest. Sindsdien bouwen ze samen langzaam maar gestaag aan Sevdaliza. Het was altijd al de wens van Bargmann, die werkt onder de naam Mucky, om voor een vrouwelijke artiest te produceren. ‘Ik had iemand als M.I.A. in mijn hoofd, dat soort muziek. Bij die presentatie zag ik al haar toewijding. Zeker, het was heel pril, maar ik constateerde dat ze het gewoon deed. Ook al had ze geen enkele scholing, ze had duidelijk aanleg. De muziek had toen al de sfeer van nu, het had al een bepaalde consistentie. Een visie.’ Sevdaliza: ‘Ik had al een visie voordat ik wist hoe ik die moest vormgeven.’ Bargmann: ‘Ze was erg bezig met het beeldende, de videoclips, de manier waarop ze zich kleedde. Ik weet dat dat net zo belangrijk is.’

Opvallend veel huid

Bargmann is in alle opzichten Sevdaliza’s tegenpool. Een rustige jongen die je zomaar over het hoofd zou kunnen zien. Hij is geboren in New York, maar doorliep het conservatorium in Rotterdam. ‘Met de computer was ik verder dan de leraren daar. Het werkt zo goed met Sevdaliza omdat we elkaar aanvullen, steeds meer eigenlijk. Zij heeft het gevoel, ik heb de technische kant. Ik ben introvert, zij is heel expressief.’

Ook op een doordeweekse dag in het café is de presence van Sevdaliza niet te ontkennen. Ze kan er niets aan doen, ze heeft gewoon dat lijf en dat hoofd. In haar shows, video’s en publiciteitsfoto’s maakt ze daar ook gretig gebruik van: ze zijn zeer gestileerd, vaak ook provocerend. Aan echt naakt doet Sevdaliza zelden of niet, maar ze laat opvallend veel huid zien. ‘Je kunt wel zeggen dat ik een imago creëer, maar dat ben ik toch gewoon? Als ik nu mijn T-shirt uittrek, dan is dat beeld er. Ik heb gewoon postuur, ben statig. Mijn energie is zoals-ie is. Nu weet ik: dit is mijn gegeven. Maar vroeger was het vooral ongemakkelijk. Iedereen staarde me aan. Niet omdat ik nou zo’n lekker wijf ben, het is meer… een bepaalde energie. Met als resultaat dat ik er altijd werd uitgepikt, op school bijvoorbeeld. Ik kon nooit de muurbloem zijn, die ik van binnen misschien wel was. Ik heb het heft in eigen hand genomen. Een groot deel van mijn verhaal gaat over controle. Owning it. En over loslaten. Daardoor wordt het ook natuurlijk, niet meer zo extreem. Vroeger wilde ik vaak het tegendeel bewijzen van wat iemand van mij vond. Maar nu gaat het er niet om wat zij vinden, maar om wie ik ben. En hoe dát dan weer wordt ervaren, is superinteressant. Ik ben pas een jaar zo ver, en het groeit nog steeds.’

Sevdaliza. Foto: Bethany Vargas
Statement in hoogst eigen persoon

Sevda Alizadeh (29) was altijd al een buitenbeentje. Toen ze vijf jaar oud was, kwam ze met haar ouders vanuit Teheran naar Nederland. Eerst kwam ze terecht in een asielzoekerscentrum in Hoogezand-Sappemeer, vervolgens verhuisde ze naar Hardinxveld in Zuid-Holland. Natuurlijk heeft ze racisme aan den lijve meegemaakt, volop, maar in haar oordeel is ze opvallend mild. ‘Ik denk dat racisme in ons allemaal huist. Maar een pasgeboren baby is geen racist. De sleutel ligt bij educatie, bij opvoeding, bij de omgeving. Ik begrijp waarom dat zo lang duurt. Net zoals ik begrijp waarom mensen angst hebben voor het vreemde. Verandering kun je nu eenmaal snel ervaren als bedreigend. Je woont ergens waar alles je hele leven hetzelfde is, en opeens verandert alles in zo’n rap tempo dat je het niet meer kunt bijhouden. Dat is wat, hoor.’

Naar Teheran is ze vaak terug geweest. Alleen de laatste jaren is het er niet meer van gekomen: te druk met de muziek. Op het tweede deel van haar recente wereldtournee werd ze in Tbilisi verrast door enkele duizenden Iraniërs, die naar haar concert waren afgereisd. Sevdaliza is, zo zegt ze, ‘inmiddels een organisme aan het worden dat haar eigen leven leidt.’ Alsof ze het zelf nog nauwelijks kan bevatten. ‘Heel speciaal om te merken hoe dankbaar zij zijn, dat je komt optreden voor ze. Ze zien me als een Iraanse vrouw die op eigen kracht een carrière is begonnen, zonder concessies uit angst. Dat is een motivatie voor hen, maar ook voor mij. Het maakt dat ik er nog harder voor wil vechten.’

Eerder dit jaar verhinderde executive order 13769 vanwege haar afkomst dat ze naar de VS kon afreizen. In tweeënhalve dag schreef ze ‘Bebin’, een protestlied in het Farsi. Ze ontweek destijds de aandacht van de media omdat ze geen onderdeel wilde worden van ‘a victimized concept’. ‘Bebin’ is een van de weinige keren dat ze uitdrukkelijk politiek stelling nam. Daar is verder ook geen reden toe, ze is Sevdaliza – een statement in hoogst eigen persoon.

‘Benin’ is een van de weinige keren dat ze uitdrukkelijk politiek stelling nam. Daar is verder ook geen reden toe, ze is Sevdaliza – een statement in hoogst eigen persoon.

Op haar zestiende kreeg ze een sportbeurs en ging ze uit huis, om zich te richten op een toekomst in basketbal. Ze haalde de selectie van het nationale jeugdteam, maar daar stokte het. Sevdaliza ziet overeenkomsten tussen sport en muziek maken: ‘Het groeiproces. Iets leren. Maar in mijn eentje leer ik beter. Beter dan wanneer mij wordt verteld hoe ik moet leren. Ik had altijd last van coaches bij het basketballen. Als je me gewoon láát, dan komt het vanzelf wel. Ik kijk vaak tennis. Een technische sport, waarin je ook leermeesters hebt, maar als je op de baan staat, ben je zielsalleen. Het is een gevecht met jezelf.’

Voor haar is muziek maken ook gewoon keihard trainen. ‘Een proces, net als basketballen.’ Bargmann: ‘Twee jaar geleden kon ze nog niet echt toon houden. Ze kneep haar stem, nu komt er steeds meer diepte in. Een track als “Time” is in anderhalf jaar opgenomen en daar hoor je echt twee verschillende stemmen.’ Sevdaliza: ‘De ouwe en de nieuwe. Dat reflecteert ook op het nummer. Het gaat om het besef van tijd.’

Ze weten wat knokken is. Sevdaliza: ‘De eerste anderhalf jaar dat wij samen werkten, zei iedereen: “Dat wordt niks.” Ie-der-een! Maar als jij gelooft in iets, kun je dat alleen maar blijven proberen. En wanneer het dan wordt opgepikt, is dat de ultieme bevestiging.’

Vier jaar hebben ze aan ISON gewerkt. Bargmann: ‘Als ik alle uren aan mezelf zou uitbetalen, dan zou ik rustig kunnen gaan leven.’ Sevdaliza, droog: ‘Ik ook.’ Alsof ze dat zou willen. Haar plaat heeft ze voorzien van het straffe motto, vrij naar Franz Kafka: In this life, you are the knife with which I explore myself. Muziek moet voor Sevdaliza ‘zo persoonlijk mogelijk zijn’.

‘O, ik ben zeker een romanticus. Maar het is niet zo dat ik bewust naar pijn zoek, ik probeer het juist voortdurend te verwerken. Muziek maak je met een intentie, maar het proces zelf is heel intuïtief. Veel ontstaat uit het onderbewuste. Je begint met schrijven en je neemt op het laatst nog een zin extra op omdat die je tijdens het inzingen invalt. En dat is uiteindelijk die ene zin die er echt toe doet. Die na al het schrappen blijft staan. Het laatste nummer van mijn plaat, “Angel”, is in één take opgenomen. Ik had er nog niet eens een tekst voor bedacht. Compleet vanuit het niets ontstond er iets. Dat zijn de momenten dat je zelf geëmotioneerd kan raken door je eigen muziek. En die zijn gewoon goddelijk. Je stuit op iets waarvan je geen idee had dat het in je zat. Wat ik dan ervaar, is gewoon puur geluk. Of zo.’

Levensles

Sevdaliza en Mucky werken zonder platenmaatschappij en zijn niet van plan hun onafhankelijke koers op te geven. Ze klagen over het bombardement aan prikkels dat via smartphones en laptops hun leven in komt, maar maken er ook met graagte gebruik van. ‘Door internet sta jij midden in je fanbase,’ zegt Bargmann. ‘Alles wat jij zegt, is een levensles voor ze.’

ISON is vernoemd naar een komeet die om de zon heen draaide. Ze werd ontdekt op 21 september 2012 en was op 2 december 2013 alweer volledig vergaan. In die komeet kun je een ietwat wrange metafoor zien voor de wereld van de popmuziek, waar carrières steeds korter lijken te duren: het ene moment een ster, het andere vergeten. ISON kwam uit op Koningsdag. Nog dezelfde dag postte Sevdaliza de hele plaat eigenhandig op YouTube. Toen ze daarom op Twitter werd geprezen, reageerde ze met de boodschap: I cannot afford to waste my time making money. ‘Dat is weer die dualiteit die telkens bij mij de kop opsteekt. Toen ik begon met muziek is het nooit door mijn hoofd heen gegaan dat ik hier geld mee zou kunnen verdienen. Maar om te kunnen overleven, moet je geld verdienen. En in de muziek is dat een ongelooflijke struggle. Een miljoen streams op Spotify is goed voor duizend euro, of zoiets.’ Opgewekt: ‘Maar ik probeer er gewoon het beste van te maken. Mezelf niet te verloochenen, niet voor dingen te kiezen vanuit een financieel oogpunt. Ik geloof heel erg in authenticiteit. Als ik blijf doen wat ik voel, komt het wel goed. Voor mij is het allerbelangrijkste dat ik naar mijn muziek kan luisteren en oprechtheid voel.’