Het heeft altijd iets vertrouwds wanneer een kunstenaar zichzelf op een onnadrukkelijke manier in een schilderij verstopt. Alsof hij op een onderonsje met de toeschouwer uit is. Herkent die hem, dan is er een band gesmeed. Toen ik de eerste keer het gezicht van Rafael zelf zag op zijn School van Athene, zorgde dat voor een schokje van herkenning, alsof ik een goede bekende zag in een menigte.

De eerste keer de jonge Rembrandt zien op het Leids Historiestuk heeft hetzelfde effect. Je ziet ineens een bekend gezicht te midden van een exotisch-historisch gezelschap bestaande uit soldaten, een koning, onderdanen en antiek wapentuig. Op een ander schilderij van de jonge Rembrandt, het nog maar kort geleden als een Rembrandt herkende Laat de kinderen tot mij komen uit 1628, duikt zijn gezicht bovenin het schilderij op, hoog boven de anderen die naar Jezus kijken. Het nieuwsgierig kijkende gezicht van de jonge Rembrandt is hier een ‘lokkertje’, een figuur die de blik van de kijker...