Het is overdreven om Weerspiegeld in een waterglas een fotobiografie van Maurice Gilliams (1900-1982) te noemen, maar het aantal op een hele pagina afgedrukte foto’s is zo groot dat het er wel toe uitnodigt: van de poppengedaante in de delicate peuter- en kleuterleeftijd tot de minzaam in de camera kijkende tachtigjarige deftige heer met decoratieve wandelstok. Daar tussendoor een keur van foto’s in alle leeftijden met een onmiskenbaar dichterlijke uitstraling, ver weg van de dichtervorst-allures van Stefan George, maar wel zo zelfbewust en verfijnd dat de gedachte aan porselein opkomt.

Gilliams ziet er vanaf het begin verrassend zelfbewust én kwetsbaar uit: hij is, recht in de camera kijkend, niet voor de poes. Tegelijk zie je zijn schuchtere inborst, het toekomstige ‘lijden’, de migraine als familiekwaal, en zijn neiging om zich als een echte dichter terug te trekken in een eigen verbeeldingswereld. Gilliams is vanaf het begin iemand met een delicate fysieke en mentale...