In de gelukzalige toestand die we kennen als ‘nirwana’ is de ziel weggezonken in het niets van de oneindigheid, of opgegaan in de kosmische oppergeest. Het vuur van de hartstochten is geheel gedoofd en een toestand van volkomen rust is aangebroken. Over nirwana hebben we het altijd ‘bij wijze van spreken’ want die toestand wordt zelden of nooit bereikt door een eenvoudige westerse ziel. Zoals ze het in India over nirwana hebben, zo makkelijk hebben wij het over ‘hemels’ als iets dat zich normaal buiten ons bereik bevindt.

In de roman van Tommy Wieringa komt ‘nirwana’ niet zo vaak ter sprake, het blijft bij de hoofdpersoon, de tamelijk beroemde schilder Hugo Adema, lang bij mediteren. Hij slaagt er niet altijd in om zich te bevrijden van zijn gedachten, herinneringen en gevoelens, een voorwaarde voor het bereiken van nirwana. Het leven van Hugo Adema is te hectisch en verwarrend, zeker nu zijn vrouw Loïs hem van de ene dag op de andere heeft verlaten, zonder dat hij...