Stamvader Isaak had een pittig leven. Hij werd als eerste jongetje op zijn achtste levensdag van zijn voorhuid ontdaan, dat had zijn vader Abraham zo afgesproken met God. Het was niet genoeg. God besloot dat Abraham zijn zoon in het geheel moest offeren om zijn loyaliteit aan de Almachtige te bewijzen. Alles lag klaar, Isaak incluis, op het altaar. Op het laatste moment stuurde God een engel om de jongen te ruilen voor een ram. Die gekke Schepper toch, altijd vol verrassingen. Isaak mocht blijven, maar het moet toch een tamelijk traumatische ervaring zijn geweest.

Dit is deel twee in een serie van culinair journalist Joël Broekaert over hoe bonen ons inzicht bieden in de geschiedenis van de mens. Lees de overige delen hier.

Op zijn veertigste zond Abraham er eindelijk eens iemand op uit om een vrouw voor zijn zoon te vinden. Vrouw gevonden, trouwen et cetera. Blijkt ze geen kinderen te kunnen krijgen. Isaak bidden tot God. Vooruit, gebed verhoord. Op zijn zestigste maakt hij...