In Onder een andere hemel kijkt de essayiste Hermsen op een even ongedwongen als noodzakelijke manier terug op haar leven. Het heet een ‘filosofische memoir’, een boek waarin persoonlijke herinneringen worden gelardeerd met filosofische en literaire bespiegelingen. Hermsen kijkt terug op het gezin waaruit ze komt, op de jaren dat ze Frans studeerde, promoveerde en twee kinderen kreeg met de man die in het boek ‘H’ wordt genoemd. Hij krijgt weinig contour, behalve dat Hermsen heimwee heeft naar de twaalf jaar die ze samen zijn geweest. Er komen veel schrijvers en denkers langs die haar begrip van de wereld en de literatuur hebben gevoed, in het bijzonder de dichter Rilke, de Russisch-Duitse schrijfster Lou Salomé, de politiek filosofe Hannah Arendt en de romanschrijfster, filosofe en dichter Ingeborg Bachmann.

Bij de heimwee waar de ondertitel van het boek het over heeft, Over heimwee & vertepijn, moet men niet denken aan een kleine Joke Hermsen die tijdens een schoolreisje...