1.

Mijn vrienden maken mij attent op een passage in het laatste boek van G. K. van het Reve, De taal der liefde, blz. 71 e.v.:

‘Nu moeten we nog van die Surinaamse en Curaçaose & Antilliaanse troep af. Ik ben er erg voor, dat die prachtvolken zo gauw mogelijk geheel onafhankelijk worden, en ons niks meer kosten, zodat we ze allemaal met een zak vol spiegeltjes en kralen op de tjoeki tjoeki stoomboot kunnen zetten, enkele reis Takki Takki Oerwoud, meneer! Zo denk ik erover, zet U dat maar gerust in Uw krant. Hoewel, voorlopig nog maar niet. Eerst moet mijn boek af. Zoals je weet, is door de beschuldiging van ‘racisme’, enkele jaren geleden aan mijn adres geuit, de verkoop van mijn boeken verveelvoudigd. Ik ben niet enkelvoudig genoeg van geest, en ook veel te intelligent, om een racist te zijn, maar die beschuldiging, en het lukratieve effect ervan, hebben mij aan het denken gezet. Ik behoef maar een of andere persoon sprekend in te voeren, die zich laatdunkend over allerlei...