‘Nuchterheid bestaat niet’ is de titel van een essay van Hafid Bouazza over de roes. In zijn vooral met Perzische tapijten en boeken ingerichte appartement in Amsterdam-Zuid maakt de schrijver vanmiddag niettemin een uiterst heldere indruk. Gekleed in een grijze kamerjas vertelt hij enthousiast dat de uitstekende fles Jade Absinthe Nouvelle-Orléans op het bijzettafeltje net gisteren is bezorgd. De afzender bleef anoniem.

Terwijl hij alvast drie glazen en een aangebroken fles Pernod Absinth klaarzet – alcoholpercentage 68 procent, aanlengen is niet de bedoeling – vraagt Bouazza zich bezorgd af wie hij hiervoor nu moet bedanken. Collega-schrijver Allard Schröder? Zijn uitgever Mai Spijkers? Of iemand anders die hem wil feliciteren met de door hem vertaalde bundel Arabische pornografie, en die weet dat een nieuw boek steevast wordt gevolgd door een periode van verhoogde inname?

Terwijl hij met opgetrokken benen in een Chesterfield gaat zitten, legt Bouazza uit dat zijn al...