Het is een hele overgang van Hanny Michaelis’ oorlogsdagboeken Lenteloos voorjaar en De wereld waar ik buiten sta naar het boek dat Nop Maas heeft samengesteld aan de hand van de gesprekken die hij met haar voerde vanaf de jaren tachtig tot aan haar dood in 2007. Aan het begin van de oorlog was Michaelis 18 jaar, de tijd dat Maas haar sprak begon in haar zestigste. Je zou denken dat Michaelis in de dagboeken dan een schuchter en onbedorven meisje was, zo van het gymnasium naar het ene onderduikadres naar het andere. Van dat onschuldige jonge meisje was al meteen geen sprake. Het dagboek (bijna 2000 pagina’s) is het minutieuze en magnifieke verslag van het ontstaan van een vitale, zelfbewuste en erudiete jonge vrouw. Ze krijgt in korte tijd met een flink aantal ingrijpende gebeurtenissen (zoals verliefdheden en verhuizingen) te maken, tot en met het afgevoerd worden van haar ouders naar Westerbork. Haar jeugdige zelfkennis, observatievermogen en psychologisch inzicht maakten dat ze zelf in mei 1944 schrijft dat ‘onbevangenheid, argeloosheid, onschuld en ongereptheid’ geen termen zijn waarvoor zij in aanmerking komt. ‘Ik weet niet of ik het erg vind, soms ben ik er bijna blij om, maar dikwijls maakt het me beschaamd.’
Carel Peeters' Literaire Kroniek
Literaire Kroniek: De genadeloosheid van dichteres Hanny Michaelis
Na de publicatie van haar Verzamelde gedichten en de honderden pagina’s oorlogsdagboeken leek Hanny Michaelis (1922-2007) alles wel gezegd te hebben. Maar dat was niet gerekend met de gesprekken die Reve-biograaf Nop Maas jarenlang met haar had gevoerd en nu heeft gepubliceerd in ‘Vastgenageld aan de rand van het niets’.