Studeerkamergeleerden die zich met de politiek bemoeien: het is maar al te vaak een ongelukkige combinatie. Van de Duitse intellectuelen die in naam van de ‘conservatieve revolutie’ tegen de wankele Republiek van Weimar ageerden tot Harry Mulisch die het Cuba van Fidel Castro de hemel in prees: achteraf blijft vooral een gevoel van schaamte over. Weimar ging ten onder door de machtsgreep van Hitler, Cuba bleek al spoedig een hel voor dissidenten.

Daar moest ik aan denken toen FvD-Kamerlid Gideon van Meijeren onlangs voor een gezelschap van boze boeren suggereerde dat geweld tegen de dreigende onteigeningen gerechtvaardigd zou zijn. ‘Het is ook niet altijd gezond in een democratie als er een taboe rust op het gebruik van geweld,’ verklaarde hij, gevolgd door een tamelijk onnavolgbaar betoog: dat het volgens het Wetboek van Strafrecht toegestaan zou zijn geweld te gebruiken ‘om je eigen of andermans lijf, eerbaarheid of goed te beschermen tegen een wederrechtelijke...