Het was een ongemakkelijk moment: Mark Rutte die vorige week tijdens een Kamerdebat over de reorganisatie van de Belastingdienst uit zijn slof schoot. Toen SP-parlementariër Renske Leijten fel van leer trok tegen de Haagse ‘banencarrousel’ van de Algemene Bestuursdienst – na de fraude-affaire bij de Belastingdienst waren verantwoordelijke topambtenaren rustig doorgeschoven naar fijne nieuwe banen terwijl duizenden onschuldige burgers achterbleven met verwoeste levens – betoogde de premier met stemverheffing dat het geen pas gaf zo over topambtenaren te spreken: het zou ‘beschadigend’ zijn om de ambtelijke top aldus ‘vogelvrij te verklaren’.

Op zich had de premier een punt: de Kamer dient in de eerste plaats bewindslieden aan te spreken op wat de ambtenarij onder hun verantwoordelijkheid uitspookt. Zo liggen de staatsrechtelijke verhoudingen. Maar de heilige verontwaardiging van Rutte grensde – en dat was het ongemakkelijke – aan vermoorde onschuld. Want het was onder de verantwoordelijkheid van dezelfde Rutte en zijn kabinetten dat genoemde topambtenaren bij de Belastingdienst jaar in jaar uit hun zalige gang konden gaan, zoals de onderzoeksjournalisten Pieter Klein van RTL en Jan Kleinnijenhuis van Trouw inmiddels keer op keer hebben laten zien.

Eerst werden onschuldige burgers met medeweten van de ambtelijke top willens en wetens tot fraudeurs bestempeld en werden lagere ambtenaren aangespoord ‘langs de randen van de wet’ te opereren, vervolgens werden de levens van de vermeende fraudeurs stelselmatig de vernieling in geholpen, en toen de pers lucht begon te krijgen van de misstanden deden dezelfde topambtenaren systematisch hun best de benodigde informatie zo lang mogelijk onder de pet te houden.

heilige verontwaardiging

Inmiddels moesten twee staatssecretarissen het veld ruimen omdat ze geen greep op de Belastingdienst kregen, maar de verantwoordelijke topambtenaren schoven moeiteloos door naar hogere posities bij de Belastingdienst of – via de Algemene Bestuursdienst – naar andere ministeries, zonder ooit een prijs te hoeven betalen voor de wanpraktijken.

Zo was de onuitgesproken conclusie van het ogenschijnlijk keiharde rapport een boterzachte: als iedereen schuldig is, is niemand schuldig.

Geen wonder dus dat de journalistiek en de Kamer hun pijlen richten op de Haagse banencarrousel. Maar wat doet Rutte? In heilige verontwaardiging roepen dat ambtenaren ‘vogelvrij’ dreigen te worden door de aanzwellende kritiek.

Zo ging het ook weer in het rapport van de Commissie-Donner, die zich boog over de toeslagenaffaire. Het rapport werd aanvankelijk ‘snoeihard’ genoemd, maar wie het zorgvuldig weegt, ontkomt niet aan de conclusie dat de ambtelijke top ook hier weer uit de wind werd gehouden.

Donner oordeelde weliswaar dat betrokken ambtenaren hadden geleden aan ‘tunnelvisie’ en dat de gedupeerden ruimhartig moesten worden vergoed, maar Donner wees ook naar de Tweede Kamer, die had aangedrongen op een keiharde aanpak van fraude met de toeslagen, waardoor de tunnelvisie bij de Belastingdienst was ontstaan. Zo was de onuitgesproken conclusie van het ogenschijnlijk keiharde rapport een boterzachte: als iedereen schuldig is, is niemand schuldig, en kunnen we overgaan tot de orde van de dag.

En het werkte ook nog – althans: voor even – want sommige ijverige journalisten tikten braaf op dat Pieter Omtzigt, het CDA-Kamerlid dat zich als een terriër op de toeslagenfraude stortte, zelf indertijd ook voor een harde aanpak van de fraude had gepleit. Alsof Omtzigt en collega-Kamerleden indertijd een vrijbrief hadden gegeven voor een heksenjacht op onschuldige burgers.

Lees ookDrie maanden op pad met Wopke Hoekstra, de kroonprins van het CDA16 december 2019
eindeloos traineren

Intussen hielden de verantwoordelijke bewindslieden – eerst staatssecretaris Menno Snel en na diens aftreden minister Wopke Hoekstra – stug vol dat ze ‘geen aanwijzingen’ zouden hebben voor ‘strafbaar handelen’ door ambtenaren. Pas tijdens het zoveelste debat in de Kamer zag Hoekstra zich half januari gedwongen toch maar een onderzoek door een ‘externe’ naar mogelijk strafbaar handelen aan te kondigen. Maar inmiddels zijn we twee weken verder, en kan het Ministerie van Financiën nog steeds geen vorderingen melden.

Zo werkt het systeem: eindeloos traineren om de schuldigen uit de wind te houden, met als argument de drogredenering dat ambtenaren niet ‘vogelvrij’ mogen worden. Zo komen achtereenvolgende bewindslieden ogenschijnlijk dapper op voor hun topambtenaren die zich niet in het openbaar kunnen verdedigen, maar laten ze in feite de medewerkers van de Belastingdienst die níet aan de wanpraktijken meededen en zich doodschamen voor de misdragingen van de boven hen gestelden, keer op keer in de kou staan.

De verantwoordelijke politici weten dat donders goed, want al eind november onthulden Trouw en RTL dat medewerkers van de fiscus via de Beeldkrant, het intranet van de dienst, disciplinaire straffen of zelfs strafrechtelijke vervolging eisten tegen leidinggevenden in de ‘hogere echelons’ die de onmenselijke praktijken lieten ontstaan.

Een schone taak voor Alexandra van Huffelen, de nieuwe staatssecretaris voor de Toeslagen, die van de week samen met haar nieuwe compaan Hans Vijlbrief door de Koning werd beëdigd: ga niet alleen praten met de gedupeerden, maar pak ook eindelijk de schuldigen in de ambtelijk top aan met disciplinaire maatregelen en desnoods strafrechtelijke vervolging. Dat is de enige manier om het geschonden vertrouwen binnen en buiten de Belastingdienst te herstellen.