Allard Schröder heeft het in zijn verhalenbundel Wenst uit 2009 over personages uit het Oost-Groningse gehucht Wenst. Een bont gezelschap. Een van hen, in het verhaal ‘Aardengel’, is Sientje de Freijze, ‘een simpel zieltje in een knappe verpakking’. Voor de oorlog hielp ze aanvankelijk haar moeder met het zetten van krullen in de geïmproviseerde kapsalon die moeder in het achterhuis hield. Altijd gedonder want ze had niet de juiste papieren. Toen moeder na de oorlog uit Wenst wegtrok zette Sientje de krullen alleen. Zodra iemand, man of vrouw, de kapmantel om had begon ze te praten en hield niet meer op tot ze klaar was.

Sientje ‘vertelde de verhalen van de mensen die bij haar in de stoel hadden gezeten. Alle hoofden die ze onder handen had gehad, hadden tegen haar gesproken, en ook wanneer de mensen gezwegen hadden, had ze geweten wat er in hun hoofden omging. Sientje de Freijze kende de geheimen van Wenst en bewaarde ze. Niemand die bang was dat ze misbruik van haar...