Toen de Franse filosoof en encyclopedist Diderot wegens zijn openhartige meningen in 1749 in de gevangenis van Vincennes (net buiten Parijs) verbleef kreeg hij bezoek van zijn vriend Jean-Jacques Rousseau, medewerker voor muziek aan de Encycopedie. In Diderots gezellige gevangenissalon viel Rousseau met de deur in huis met iets dat hem tijdens zijn wandeling naar Vincennes had beziggehouden: hij vroeg aan Diderot of hij niet mee moest doen met de prijsvraag die was uitgeschreven door de Académie van Dijon. De vraag die in een essay beantwoord moest worden luidde: heeft de vooruitgang van wetenschappen en kunsten bijgedragen tot bederf of tot verbetering van het zedelijk gedrag? Diderot liet over zijn antwoord geen gras groeien: half schertsend zou hij tegen Rousseau hebben gezegd: zeg maar krachtig ‘Nee!’, dan ben je tenminste origineel.

Dit bezoek van Rousseau aan Diderot heeft nogal wat cultuurhistorische en filosofische consequenties gehad. In zijn antwoord aan de Académie...