De traditionele Prinsjesdagborrel van het CDA op het stampvolle partijbureau aan het Haagse Buitenom verliep deze week in opperbeste stemming. Na jaren van malaise staat het CDA in de peilingen voor het eerst weer in de top drie, en met Wopke Hoekstra en Hugo de Jonge als kandidaten voor het partijleiderschap (‘Onze vaandeldragers!’, sprak partijvoorzitter Rutger Ploum trots) heeft de partij niet te klagen over aandacht in de media.

De partij, kortom, heeft de wind weer in de rug. Bij de borrel lieten ook opvallend veel partijprominenten hun gezicht zien, onder wie de oud-bewindslieden Onno Ruding, Maxime Verhagen en Henk Bleker, de Commissarissen van de Koning Jaap Smit en René Paas, de oud-Kamerleden Ger Koopmans en Jan Schinkelshoek, oud-spindoctor Jack de Vries, senator en oud-VNO-NCW-directeur Niek Jan van Kesteren, en vele partijbaronnen uit de provincies.

De rechts-conservatieve toonzetting kwam CDA-leider Sybrand Buma te staan op het aanhoudende verwijt dat hij uit electoraal opportunisme de boze burger naar de mond zou praten.

In zijn praatje verklaarde interim-fractievoorzitter Pieter Heerma zichtbaar geëmotioneerd dat het CDA de afgelopen decennia regelmatig was ‘afgeschreven’, maar dat hij nu ‘nieuwe energie’ voelde in de partij. Er klonk warm applaus.

De boze burger naar de achtergrond

Ook ideologisch – en dat is welbeschouwd een stuk interessanter dan de peilingen en de aandacht in de media – hebben de christendemocraten de laatste maanden weer een koers gevonden die bij hen past: het politieke midden.

Lees ookMacht op vrijdag: De boze burger maakt (gelukkig) niet langer de dienst uit28 juni 2019

De afgelopen jaren stak Sybrand Buma als partijleider nog regelmatig sombere verhalen af over het maatschappelijk onbehagen, de opmars van de islam en de dreigende teloorgang van de Nederlandse cultuur. Zijn rechts-conservatieve toonzetting kwam de CDA-leider te staan op het aanhoudende verwijt dat hij uit electoraal opportunisme de boze burger naar de mond zou praten. Met voorstellen als het verplicht zingen van het Wilhelmus op school oogstte Buma vooral hoon, en ook het gewenste electorale effect bleef uit: in de peilingen bleef het CDA de laatste jaren hangen rond de vijf zetels verlies.

Maar sinds Buma naar Leeuwarden is vertrokken om burgemeester te worden, is ook de eeuwige boze burger bij het CDA naar de achtergrond verdwenen.

ten dienste van de samenleving

Het nieuwe CDA-geluid was deze nazomer al te horen in de lezing van Hugo de Jonge voor het Christelijk-Sociaal Congres en de H.J. Schoo-lezing van Wopke Hoekstra: niet de boze burger en zijn angst voor de islam werden omarmd (op één anekdote van Hoekstra na, over een boze moslim bij de huisarts), maar de brede middenklasse die zich zorgen maakt over de toekomst van de zorg, de pensioenen, de woningnood, de flexibilisering van de arbeidsmarkt en het achterblijven van de lonen: de traditionele achterban, kortom, van het CDA.

In een interview bij het tv-programma Buitenhof deed fractievoorzitter Pieter Heerma er onlangs nog een schepje bovenop door de aanval te openen op het neoliberalisme en te pleiten voor gemeenschapszin, tussen de ‘kilte van de markt en de bureaucratie van de overheid’: de woningmarkt moet weer ‘volkshuisvesting’ gaan heten, en de overheid en de markt moeten weer ‘ten dienste staan van de samenleving’.

Het thema van de brede middenklasse is de afgelopen jaren nooit verdwenen uit het CDA. Zo werd in 2008 nog een heel nummer van Christen Democratische Verkenningen, het blad van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA, gewijd aan het thema ‘Benauwd in het midden’.

In de media regende het ironische commentaren, want is ‘middenklasse’ niet een kameleontisch begrip waar bijna iederéén in Nederland onder valt?

Ik haalde het van de week nog even uit de kast: vrijwel alle zorgen van de middenklasse waar de politiek zich nu mee geconfronteerd ziet, werden toen al gesignaleerd. Maar het antwoord van Heerma, Hoekstra en De Jonge op de problemen van de middenklasse klinkt heel anders dan de sombere nationaal-conservatieve verhalen van Sybrand Buma.

geen toeval

Voor wie goed had opgelet was het dus geen verrassing dat Pieter Heerma tijdens zijn eerste optreden bij de Algemene Politieke Beschouwingen een heel ander geluid liet horen dan zijn voorganger: geen verhalen meer over de dreigende ‘Clash of Civilisations’ tussen het Westen en de islam (waar deze keer alleen Thierry Baudet over begon), en ook geen pogingen om de boze burger te paaien, maar een warm pleidooi om de middenklasse tegemoet te komen.

Lees ookMacht op vrijdag: Waarom Wopke Hoekstra de enige serieuze premierskandidaat is12 juli 2019

Het CDA is bepaald niet de enige partij die de middenklasse heeft herontdekt. PvdA-leider Lodewijk Asscher begon er al over in 2015 in zijn Willem Drees-lezing, en Klaas Dijkhoff dit voorjaar in zijn manifest voor de VVD (‘Laten we vooral kiezen voor de middenklasse’), gevolgd door een reeks andere fractieleiders, nu ook weer bij de Algemene Politieke Beschouwingen. In de media regende het ironische commentaren op het nieuwe woordgebruik, want is ‘middenklasse’ niet een kameleontisch begrip waar bijna iederéén in Nederland onder valt?

Maar precies dat zou je ook een verademing kunnen noemen, na twintig jaar waarin de politiek zich keer op keer uit angst voor de opmars van de populistische partijen liet gijzelen door de angsten van de boze burger – of eigenlijk: de vermeende angsten van de vermeende boze burger. Het kan ook geen toeval zijn dat juist de partijen die de afgelopen tijd het redelijke midden hebben herontdekt – de VVD, de PvdA en het CDA – voor het eerst in jaren weer met z’n drieën bovenaan de peilingen staan. Na decennia van polarisatie lijkt het politieke midden zich eindelijk te herstellen.