Het tweegesprek vindt plaats op voor socialisten heilige grond: de Burcht van Berlage in de Amsterdamse Plantagebuurt, rond 1900 gebouwd in opdracht van Henri Polak, voorman van de Diamantbewerkersbond.

Bij binnenkomst in het monumentale Art Nouveau-gebouw zegt Felix Rottenberg: ‘Jan, ga jij eens op het bordes staan. Hiervandaan sprak Henri Polak de diamantbewerkers toe als ze in defilé de straat waren binnengetrokken.’

Marijnissen: ‘In defilé? Daar zijn we bij de SP te egalitair voor. Maar wat een architectuur! Voor mannen als Henri Polak stond het socialisme ook voor schoonheid en verheffing. Daardoor heb ik me ook laten inspireren bij de bouw van het hoofdkantoor van de SP in Amersfoort.’

De Bondsraadzaal is gedecoreerd met muurschilderingen van Richard Roland Holst en teksten van zijn vrouw Henriëtte: ‘Geestdrift draagt ’t jonge leven door kolken van weerstand heen’; ‘De vlam van verzet zal ellende verslinden’.
Rottenberg: ‘Hier in deze zaal heb ik me in 1991 kandidaat gesteld voor het voorzitterschap van de PvdA’.

Marijnissen: ‘Ik dacht nog: nou, die durft!’

Foto: Jeroen W. Mantel

De schilderingen in de Bestuurskamer op de eerste verdieping zijn gewijd aan de invoering van de achturige werkdag, waarvoor Henri Polak duizenden diamantbewerkers op de been wist te krijgen. Aan de vergadertafel spreken Jan Marijnissen (Oss, 1952) en Felix Rottenberg (Amsterdam, 1957) over de ontwikkeling die hun partijen, de PvdA en de SP, de afgelopen veertig jaar hebben doorgemaakt. Over de permanente crisis waarmee de sociaaldemocraten te kampen hebben en de spectaculaire metamorfose van de SP, van maoïstische splintergroep tot volkspartij die de PvdA naar de kroon steekt. Over verzet en vernieuwing.

Rottenberg maakte die veertig jaar mee als voorzitter van de Federatie van Jongerengroepen in de PvdA, lid van het partijbestuur onder Joop den Uyl en partijvoorzitter in de eerste helft van de jaren negentig. Nu is hij voorzitter van het curatorium van PvdA-denktank de Wiardi Beckman Stichting en van de invloedrijke commissie die de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerfractie en het profiel van de lijsttrekker voor de volgende verkiezingen opstelt. Marijnissen is de man die als activist in Oss, lid van het centraal comité, partijvoorzitter en lijsttrekker de SP bijna net zoveel leden als de PvdA wist te bezorgen. Dit najaar treedt hij na zevenentwintig jaar als voorzitter af. Hij is druk bezig met zijn opvolging: wordt het Kamerlid Sharon Gesthuizen of vakbondsman Ron Meyer?

‘Ik heb toen gewaarschuwd dat we de SP heel serieus moesten nemen, maar ik werd weggehoond’

Welkom op de OK

In de Bestuurskamer informeren de heren eerst naar elkaars gezondheid. Bij Rottenberg werd in de jaren negentig de zeldzame auto-immuunziekte sarcoïdose vastgesteld, zodat hij in 1996 moest terugtreden als PvdA-voorzitter. De ziekte is inmiddels redelijk onder controle. ‘Ik geef mijn gezondheid nu een 7.’ Marijnissen heeft verschillende hernia-operaties achter de rug, en werd tijdens het SP-congres in Breda in 2012 getroffen door een hartaanval en met spoed naar het ziekenhuis vervoerd. ‘Op de drempel van de operatiekamer voelde ik me weer wegzakken. Ik dacht: dit is het dan. De dokter zei: welkom op de OK, er is geen betere plaats voor een hartstilstand dan hier.’

Wie van u tweeën heeft het meest aan politieke vernieuwing bijgedragen?
Rottenberg, genereus: ‘Jan heeft veel meer voor elkaar gekregen dan ik. Hij heeft uit het niets een serieuze politieke beweging uit de grond gestampt.’
Marijnissen, quasi-bescheiden: ‘Nou, we hebben er veertig jaar over gedaan.’

In de jaren zeventig was de PvdA de grootste partij van het land, met op het hoogtepunt meer dan 120.000 leden, drieënvijftig zetels in de Kamer en Joop den Uyl als premier. Rottenberg: ‘Den Uyl ging er in 1983 nog van uit dat de PvdA veertig procent van de kiezers kon halen en nooit meer gepasseerd kon worden als regeringspartij. Dat kon hij in die tijd nog ongestraft zeggen.’

De SP bestond op dat moment nog uit een samenraapsel van radicaal-linkse activisten uit Oss, de Rotterdamse haven en studentensteden als Nijmegen.

Marijnissen: ‘Toen ik in 1988 partijvoorzitter werd, hadden we nog niet eens duizend leden. De beweging was op sterven na dood.’
Rottenberg: ‘Maar jullie konden wel organiseren. Jullie waren actief in de buurten, mobiliseerden mensen tegen huurverhogingen, hadden een eigen medisch centrum. Daar was ik jaloers op.’
Marijnissen: ‘De doorbraak kwam pas toen Tiny Kox en ik eind jaren tachtig bedachten dat we er een echte landelijke partij van moesten maken.’

Foto: Jeroen W. Mantel.
Hét moment om de PvdA te ontmaskeren

De SP had het geluk dat de PvdA begin jaren negentig in de diepste crisis tot dan toe terecht kwam: het kabinet-Lubbers, waarin PvdA-partijleider Wim Kok minister van Financiën was, besloot de duur en hoogte van de WAO drastisch te beperken. Kok kreeg het verwijt dat hij de verzorgingsstaat uitkleedde. De vakbeweging bracht een kwart miljoen mensen op de been op het Malieveld. Opvallend veel betogers zwaaiden met door de SP voorgedrukte borden met de tekst: ‘Handen af van de WAO’.
Marijnissen: ‘De WAO-crisis was voor ons een godsgeschenk. Dat was hét moment om de PvdA te ontmaskeren als een partij die haar idealen te grabbel gooide.’
In 1994 kwamen Jan Marijnissen en milieuactivist Remi Poppe als eerste SP’ers in de Tweede Kamer, nadat het hele land was volgeplakt met de leus: ‘Stem tegen, stem SP’.
‘We hebben ervoor gekozen niet met allerlei verkiezingsbeloften te komen, want die konden we als kleine partij toch niet waarmaken,’ zegt Marijnissen: ‘Maar oppositie voeren konden we wél.’

Rottenberg, toen PvdA-voorzitter: ‘Ik heb toen gewaarschuwd dat we de SP heel serieus moesten nemen. Ik zei: ze zijn nu aan land gekomen. Maar ik werd weggehoond door het partij-establishment.’
Marijnissen: ‘Ze dachten: wie doet ons wat?’
Intussen was de aanhang van de SP in een paar jaar tijd vervijftienvoudigd van nog geen duizend naar vijftienduizend leden. Terwijl de PvdA sinds de WAO-crisis bij bosjes leden verloor: van de bijna 100.000 in 1989 waren er vijf jaar later nog maar 68.000 over.Rottenberg was kort na de WAO-crisis als partijvoorzitter aangetreden om het tij te keren. ‘Ik was op dat moment directeur van De Balie, een sprankelend debatcentrum in het hart van Amsterdam. Ik heb er twee maanden over moeten nadenken. Maar we verloren leden, er heerste paniek. Ik werd gebeld door mensen die zeiden: jij moet de partij vernieuwen.’

Wat moest er anders in de PvdA?
‘Eén: ik wilde onderzoeken hoe het mogelijk was dat we in de WAO-crisis belandden zonder dat we het zagen aankomen. Onze visie op de verzorgingsstaat was lek, compleet lek. Twee: ik wilde meer debat met de buitenwereld. De PvdA was een gesloten kaste geworden, met wethouders die permanent op het stadhuis zaten, met de ophaalbrug omhoog. Drie: er moest een nieuw soort volksvertegenwoordiger komen. De selectie van Kamerleden en gemeenteraadsleden was incestueus. Onze fracties zaten vol ambtelijke types. Dat moest radicaal anders.’

Samen met duovoorzitter Ruud Vreeman organiseerde Rottenberg drukbezochte debatten in het land en lanceerde hij spraakmakende Kamerleden als Adri Duivesteijn, Rob Oudkerk en Rick van der Ploeg. De vernieuwing stagneerde toen hij in 1996 vanwege zijn ziekte moest aftreden: ‘We hebben de PvdA uit het rampgebied gehaald, maar we waren nog lang niet klaar. Ik voelde voortdurend de hete adem in mijn nek van de fractieleiding en het oude kader in de gewestelijke besturen. Ze vonden al snel dat het maar eens afgelopen moest zijn met de experimenten.’

De partij die zich openstelde voor de buitenwereld is er niet gekomen?
‘Dat is de tragiek van de sociaaldemocratie.’

‘Voor de gewone mensen was Paars pure ellende. Kok legde zich neer bij de status quo van het kapitalisme.’

Zo links mogelijk

Wat wel gebeurde, was dat Kok, daartoe geestdriftig aangespoord door Rottenberg, premier werd van een kabinet met de VVD en D66. Paars was geboren en de SP greep de kans om de PvdA te kijk te zetten als een neoliberale partij meteen aan.
Marijnissen: ‘In 1993 heb ik een reis gemaakt door Amerika. Ik heb daar onder meer ziekenhuizen en scholen bezocht en schrok van de gevolgen van het neoliberalisme: privatisering en deregulering hadden in Amerika tot het ontstaan van een slecht betaalde onderklasse geleid. Dat dreigde in Nederland ook te gebeuren onder het paarse kabinet.’

Rottenberg: ‘Ik was voor Paars omdat we eindelijk de almacht van het CDA konden doorbreken. Met VVD en D66 konden we de euthanasiewet en het homohuwelijk regelen. Er kwam weer vaart in de politiek.’
Marijnissen: ‘Voor de gewone mensen was Paars pure ellende.’

De SP-leider zag zijn gelijk bevestigd toen Wim Kok in 1995 het afschudden van de ideologische veren voor de PvdA een ‘bevrijdende ervaring’ noemde: ‘Ik heb over die uitspraak meteen een Kamerdebat aangevraagd. Ik heb er vaak aan gerefereerd. Die woorden bevestigden het beeld dat ik al van Kok had. Hij wilde niets meer weten van fundamentele kritiek op het kapitalisme. Hij legde zich neer bij de status quo.’
Rottenberg: ‘Kok wilde als minister-president boven de partijen staan. Je moet die speech wel in zijn context plaatsen.’

Marijnissen is nog steeds verbolgen over de oekaze die toenmalig PvdA-fractieleider Melkert in de tijd van Paars uitvaardigde: moties en amendementen van de SP mochten door zijn fractiegenoten niet worden gesteund. Desondanks probeerde hij een paar jaar later, toen de PvdA weer in de oppositie zat, de sociaaldemocraten tot linkse samenwerking te bewegen. Maar telkens kreeg Marijnissen het lid op de neus, vertelt hij: ‘Ik heb er na 2002 veel werk van gemaakt. Ik wilde dat PvdA, GroenLinks en SP samen een vijfentwintigpuntenprogramma opstelden dat we zouden uitvoeren als we de meerderheid haalden. Ik heb er met veel invloedrijke PvdA’ers over gesproken maar Wouter Bos, die toen partijleider was, wilde er niets van weten. En toen de PvdA in 2007 weer in de regering kwam, was het schluss, klaar, alle deuren dicht.’
Rottenberg: ‘Dat zijn de klassieke patronen van een machtspartij.’

Vlak voor de verkiezingen van 2006 leek Bos opeens wel toenadering te zoeken. De SP dreigde voor het eerst in de geschiedenis de PvdA in de peilingen in te halen. Bos en Marijnissen dronken samen met Femke Halsema een kopje koffie in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Marijnissen, geërgerd: ‘Dat was een vertoning. Het gesprek stelde helemaal niets voor. Na vijf minuten ben ik weggelopen.’

Rottenberg: ‘Voor Bos was het alleen een photo opportunity.’

Even leek er toch een doorbraak te komen toen Job Cohen in 2010 partijleider werd. Op manifestaties stond hij schouder aan schouder met Emile Roemer en Jolande Sap op het podium. In een interview met Trouw sprak Cohen zich voor samenwerking met de SP uit. Marijnissen: ‘Emile en ik waren zielsgelukkig.’

Helaas werd Cohen mede naar aanleiding van dat interview door zijn eigen fractie ten val gebracht. Diederik Samsom trad aan, die in de verkiezingscampagne van 2012 zijn voorkeur voor een ‘zo links mogelijk kabinet’ uitsprak. Om vervolgens in een vloek en een zucht een coalitie met de VVD te vormen. Deze zoveelste vernedering deed voor Marijnissen de deur dicht. Bij een debat over linkse samenwerking in De Balie in april van dit jaar kwam de SP niet opdagen.

PvdA-voorzitter Hans Spekman wilde daar ‘een gezamenlijke vuist maken tegen het grootkapitaal’.
Marijnissen, schamper: ‘Tuurlijk, geweldig, gaan we doen’.

U gelooft het niet?
‘Natuurlijk niet. Het zit ons tot hier. We zijn het gelul meer dan zat. Praten over samenwerking heeft alleen zin op het hoogste niveau. Zolang Diederik Samsom de boot afhoudt, zoeken ze het maar uit.’

Radicale conclusies

In veel opzichten lijken de twee rivaliserende partijen de afgelopen jaren naar elkaar toe gegroeid. In omvang: de PvdA heeft op dit moment 49.000 leden, de SP met 42.000 leden bijna net zoveel. De PvdA liet zich altijd voorstaan op haar rijke bestuurservaring, maar de SP is de achterstand snel aan het inhalen. Ook ideologisch kruipen de sociaaldemocraten en de socialisten naar elkaar toe. De SP presenteert zich in toenemende mate als regierungsfähig. En de Wiardi Beckman Stichting lanceerde het project Van Waarde om afstand te nemen van het neoliberalisme van de jaren negentig. Voortaan moesten bestaanszekerheid en solidariteit weer vooropstaan. Van Waarde werd door het partijcongres met luid applaus ontvangen. Hartstochtelijk voorstander van die nieuwe koers is Felix Rottenberg. Jan Marijnissen herkende in het werkstuk van de WBS opvallend veel van de ideeën waar de SP al jaren op hamert: ‘Het was een feest van herkenning en dat zeg ik met vreugde. Het zou een aanknopingspunt voor samenwerking kunnen zijn.’

Maar intussen regeert de PvdA wel met de VVD.
Rottenberg, fel: ‘Dat is ook veel te snel gegaan. Het waren overhaaste ondoordachte onderhandelingen. Dit regeerakkoord leidt onder meer tot sluiting van sociale werkplaatsen en verslechtering van de positie van jonge arbeidsgehandicapten. Ook strategisch was het heel onverstandig. Ik heb nooit begrepen waarom Diederik zich er meteen bij heeft neergelegd dat de VVD niet ook met de SP wilde praten. Dan had het heel anders kunnen lopen. ‘

In de jaren negentig was u wel voor Paars.
‘Ja, maar dat was in een totaal andere situatie. De PvdA leverde de premier en D66 zat erbij zodat we sterker stonden tegenover de VVD. Dat is nu niet het geval. We hebben dramatische lokale en provinciale verkiezingen achter de rug, de positie van de PvdA is door dit kabinet structureel aangetast. Daar moeten we radicale conclusies uit trekken, anders worden we weggevaagd. Mannen als Samsom en Dijsselbloem hebben zich aan dit kabinet gecommitteerd. Ze geloven nog steeds dat de PvdA het op deze manier redt. Dat ís niet zo!’

Hoe moet het dan wel?
‘We moeten de gijzeling doorbreken.’

Hoe dan?
‘Door een gezamenlijke linkse visie te ontwikkelen. Voor een revival van de PvdA is die doorbraak noodzakelijk. We moeten met de SP en GroenLinks om de tafel om het eens te worden over thema’s als de kwaliteit van het bestaan, duurzaamheid en democratisering. Zoals Renzi in Italië heeft gedaan.’

Wat gaat u als voorzitter van de kandidaatstellingscommissie aan die doorbraak doen?
‘We moeten rekening houden met een veel kleinere fractie dan nu. Ik vind het belangrijk dat er zeker vijf tot zes nieuwkomers in zitten die de ideeën van Van Waarde in praktijk kunnen brengen.’

U stelt ook het profiel van de nieuwe lijstrekker op. Waar moet die aan voldoen?
‘Ook van de nieuwe lijsttrekker is het belangrijk dat hij Van Waarde op een overtuigende manier kan uitdragen.’

Wie doet dat in dit kabinet?
‘Lodewijk Asscher is daar heel actief mee bezig. Die heeft het in zich’.

En Diederik Samsom?
‘Het is dapper dat hij deze coalitie overeind probeert te houden. Hij is een ecologisch bewogen man die zich zou kunnen ontwikkelen tot een geweldige minister van duurzaamheid in een volgend kabinet, zoals Sigmar Gabriel in Duitsland. Maar als fractieleider heeft hij weloverwogen het risico genomen een verdedigende rol te spelen in plaats van een aanvallende. Dan word je de bedrijfsleider van het kabinet.’

Beginnende vrienden in de Burcht van Berlage. Foto: Jeroen W. Mantel.
Een grootse visie

Het heilige vuur moet terugkomen in de linkse politiek, daarover zijn Rottenberg en Marijnissen het eens. ‘Kijk om je heen in dit gebouw,’ zegt de SP-voorman terwijl de avond valt: ‘De architectuur, de muurschilderingen, de teksten, uit alles spreekt de diepe overtuiging dat je de wereld kunt veranderen.’

Rottenberg: ‘Ik ben een leerling van Joop den Uyl, de laatste PvdA-leider die nog een grootse visie op de samenleving durfde te ontvouwen. Al kreeg hij op het laatst iets prekerigs.’
Marijnissen: ‘Maar wat kon die man een toespraken houden!’
Rottenberg: ‘Dat elan zouden we terug moeten krijgen in de partij.’

Heeft u ondanks de rivaliteit tussen de PvdA en de SP ook persoonlijke vrienden in de partij van de ander?
Marijnissen: ‘Echte vrienden heb je niet zo veel in dit leven.’
Rottenberg: ‘De dichter Adriaan Morriën heeft een mooie term gemunt: beginnende vriendschap. Dat gevoel heb ik wel over Jan.’
Marijnissen, met een glimlach: ‘Beginnende vrienden. Zo mogen we ons na dit gesprek wel noemen.’

Felix Rottenberg (1957)
Felix Rottenberg is al van jongs af actief binnen de PvdA, o.a. als voorzitter van de Jonge Socialisten, lid van het partijbestuur, partijvoorzitter en (nu) voorzitter van de Wiardi Beckman Stichting. Hij richtte centrum voor politiek en cultuur De Balie in Amsterdam op en werkte als programmamaker o.a. voor de VARA, NPS, VPRO en AT5.

Jan Marijnissen (1952)
Jan Marijnissen kwam in 1975 voor de SP in de gemeenteraad van Oss, als jongste raadslid van Nederland. Hij is sinds 1988 partijvoorzitter, maar treedt dit najaar af. Van 1994 tot 2008 leidde hij de SP-fractie in de Tweede Kamer, en hij bleef tot 2010 Kamerlid. Hij schreef een aantal boeken, waarvan het laatste, Kijk op deze tijd, in 2013 is verschenen.