De titel van Wieteke van Zeils nieuwe boek over kijken en oordelen over kunst is mooi dubbelzinnig: Altijd iets te vinden.

Inderdaad: een kunstkijker(ster) vindt al gauw iets van wat hij ziet, hij laat er meestal geen gras over groeien en vindt iets mooi, lelijk, interessant, leuk, afschuwelijk of begrijpt er niets van. Van het opschorten van een mening is niet vaak sprake. Het oordeel holt voor het denken uit.

De andere betekenis van Altijd iets te vinden verwijst naar alles wat op kunstwerken te zien is. Schilderijen zijn vaak zoekplaatjes. Het duurt wel even voor je alles hebt gezien. Essentiële details verbergen zich bovendien graag.

Van Zeil wijdt het grootste deel van het boek aan zo’n zestig saillante details op schilderijen en kunstwerken, maar besteedt eerst dertig pagina’s aan zes adviezen waar de kunstkijker zijn voordeel mee kan doen. Zoals het uitstellen van zijn mening. Het komt vaak voor dat je van een kunstwerk niets begrijpt. Dan is het makkelijk om...